Ontvangen 27 september 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel QQ, vervalt artikel 6:2:14.
De regeling van het voorgestelde artikel 6:2:14 maakt het mogelijk om in verband met een tekort aan plaatsen voor de tenuitvoerlegging van vrijheidsstraffen of vrijheidsbenemende maatregelen in penitentiaire inrichtingen gedurende zes maanden of, na voortzetting van de regeling door de Minister van Veiligheid en Justitie, zelfs een jaar gedetineerden tot maximaal drie maanden eerder vrij te laten dan waarop op basis van de regeling voor voorwaardelijke invrijheidsstelling recht bestaat. De indieners zijn van mening dat een dergelijke vervroegde vrijlating niet gewenst is, omdat het afbreuk doet aan de door de rechter opgelegde straffen en het vertrouwen in de rechtspraak. In een dergelijke situatie dient gezorgd te worden voor een alternatieve oplossing voor het capaciteitsprobleem. Vervroegde vrijlating is als oplossing niet gewenst.
Van der Staaij Bisschop Helder