Kamerstuk 34086-24

Gewijzigd amendement van de leden Van der Staaij en Bisschop ter vervanging van nr. 10 over tijdelijke onderbreking van vrijheidsstraffen in uitzonderlijke gevallen

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten in verband met een herziening van de wettelijke regeling van de tenuitvoerlegging van strafrechtelijke beslissingen (Wet herziening tenuitvoerlegging strafrechtelijke beslissingen)

Gepubliceerd: 27 september 2016
Indiener(s): Kees van der Staaij (SGP), Roelof Bisschop (SGP)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34086-24.html
ID: 34086-24
Origineel: 34086-10

52,0 %
48,0 %

VVD

Klein

50PLUS

CDA

SGP

Van Vliet

CU

SP

GrKÖ

Houwers

PvdD

GrBvK

GL

D66

PVV

PvdA


Nr. 24 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN DE LEDEN VAN DER STAAIJ EN BISSCHOP TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 10

Ontvangen 27 september 2016

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel QQ, wordt artikel 6:2:4, eerste lid, als volgt gewijzigd:

1. Na «Onze Minister kan» wordt ingevoegd «in uitzonderlijke gevallen» en voor «onderbreken» wordt ingevoegd: tijdelijk.

2. Er worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Deze onderbreking duurt niet langer dan noodzakelijk. Aan vreemdelingen die op grond van artikel 6:2:10, derde lid, onder c, niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, kan strafonderbreking voor onbepaalde tijd worden verleend.

Toelichting

Het is denkbaar dat in sommige gevallen reden bestaat om de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf tijdelijk te onderbreken. De wettekst laat in het midden of hier beperkt of ruimhartig gebruik van gemaakt kan worden. Indieners vinden het gewenst dat duidelijk is dat alleen in zeer bijzondere gevallen de vrijheidsstraf tijdelijk kan worden onderbroken en ook voor een zo beperkt mogelijke termijn. Een uitzondering geldt voor veroordeelde vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland en daarmee op grond van artikel 15, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafrecht niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Indien zij meewerken aan uitzetting via het detentiecentrum geldt dat onderbreking van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf voor onbepaalde tijd kan worden verleend. Bij onverhoopte terugkeer naar Nederland dienen zij de straf alsnog verder te ondergaan.

Van der Staaij Bisschop