Ontvangen 27 september 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel QQ, wordt artikel 6:2:4, eerste lid, als volgt gewijzigd:
1. Na «Onze Minister kan» wordt ingevoegd «in uitzonderlijke gevallen» en voor «onderbreken» wordt ingevoegd: tijdelijk.
2. Er worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Deze onderbreking duurt niet langer dan noodzakelijk. Aan vreemdelingen die op grond van artikel 6:2:10, derde lid, onder c, niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling, kan strafonderbreking voor onbepaalde tijd worden verleend.
Het is denkbaar dat in sommige gevallen reden bestaat om de tenuitvoerlegging van een vrijheidsstraf tijdelijk te onderbreken. De wettekst laat in het midden of hier beperkt of ruimhartig gebruik van gemaakt kan worden. Indieners vinden het gewenst dat duidelijk is dat alleen in zeer bijzondere gevallen de vrijheidsstraf tijdelijk kan worden onderbroken en ook voor een zo beperkt mogelijke termijn. Een uitzondering geldt voor veroordeelde vreemdelingen die geen rechtmatig verblijf hebben in Nederland en daarmee op grond van artikel 15, derde lid, onderdeel c, van het Wetboek van Strafrecht niet in aanmerking komen voor voorwaardelijke invrijheidstelling. Indien zij meewerken aan uitzetting via het detentiecentrum geldt dat onderbreking van de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf voor onbepaalde tijd kan worden verleend. Bij onverhoopte terugkeer naar Nederland dienen zij de straf alsnog verder te ondergaan.
Van der Staaij Bisschop