Ontvangen 15 december 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In het opschrift wordt «een verruiming van» vervangen door: wijziging van de bepalingen over.
II
In de beweegreden wordt «de vrijheid van meningsuiting te verruimen» vervangen door: enige wijzigingen aan te brengen ten aanzien van de vrijheid van meningsuiting.
III
Artikel I, onderdeel A, vervalt.
IV
Artikel I, onderdeel B, komt te luiden:
Artikel 137c wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een jaar» vervangen door: twee jaren.
2. In het tweede lid wordt «twee jaren of geldboete van de vierde categorie» vervangen door: vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
V
Artikel I, onderdeel C, komt te luiden:
C
Artikel 137d wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt «een jaar» vervangen door: twee jaren.
2. In het tweede lid wordt «twee jaren of geldboete van de vierde categorie» vervangen door: vier jaren of geldboete van de vijfde categorie.
VI
Artikel I, onderdeel D, vervalt.
VII
Artikel I, onderdeel E, vervalt.
VIII
Artikel II vervalt.
IX
Artikel III vervalt.
X
Artikel IV vervalt.
XI
Artikel V vervalt.
Nederland verrechtst, verhardt en verruwt. Het laten vervallen van de strafbaarstelling van groepsbelediging en aanzetten tot haat en discriminatie is in deze tijden onverantwoord en onacceptabel. Sterker nog, de indiener is ervan overtuigd dat juist een zwaardere bestraffing noodzakelijk is. Dit amendement voorziet er dan ook in om de straffen voor groepsbelediging en het aanzetten tot haat en discriminatie te verdubbelen. De overige bepalingen van het wetsvoorstel komen te vervallen.
Kuzu