Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 30 september 2015
In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Economische Zaken van 22 september 2015 is gesproken over de omkering van de bewijslast bij mijnbouwschade. De vaste commissie heeft mij verzocht om per brief aan te geven wanneer de stand van zaken brief omtrent omkering bewijslast Groningen naar de Kamer wordt gestuurd.
Per brief van 1 mei 2015 heb ik uw Kamer geïnformeerd dat ik na overleg met de ministerraad de Afdeling advisering van de Raad van State om voorlichting heb gevraagd over een viertal aangenomen amendementen, waaronder de omkering van de bewijslast, in het wetsvoorstel inzake de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten, dat nu aanhangig is bij de Eerste Kamer (Kamerstuk 34 041, B, afschrift naar de Tweede Kamer verzonden). De voorzitter van de Eerste Kamer heeft daarop besloten om de behandeling van dit wetsvoorstel aan te houden totdat de door mij gevraagde voorlichting is ontvangen.
Ik heb de Raad van State verzocht om de voorlichting op zo kort mogelijke termijn te verstrekken. Ondanks dit verzoek heb ik de gevraagde voorlichting nog niet ontvangen. De Raad van State gaat over haar eigen planning. Voor verzoeken om voorlichting gelden geen formele termijnen. Ik kan uw Kamer dan ook geen datum verstrekken wanneer de voorlichting beschikbaar zal zijn.
Na ontvangst van de voorlichting zal ik uw Kamer hiervan op de hoogte stellen.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp