Voorgesteld 3 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende:
• dat het betreffende verdrag van essentieel belang is voor de landen van het Koninkrijk;
• dat de strijd tegen huiselijk geweld ook voor het Arubaanse beleid een speerpunt is;
• dat er op Aruba eventueel nog uitvoeringswetgeving nodig is en men bezig is met een implementatieplan;
• dat artikel 62 van het verdrag verdragspartijen verplicht om in zo ruim mogelijke mate met elkaar samen te werken;
• dat samenwerking ook binnen Koninkrijksverband wenselijk is;
• dat bovendien het Statuut van het Koninkrijk der Nederlanden een concordantiebeginsel kent;
• dat op 16 juni a.s. een Koninkrijksconferentie zal worden gehouden;
verzoekt de Koninkrijksregering, in het kader van de Koninkrijksconferentie een samenwerkingsprotocol op het gebied van het verdrag tot stand te brengen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Thijsen
Bikker
Dammers
Sneek
Ruiz-Maduro