Voorgesteld 5 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het zowel voor de arbeidsmarkt, de samenleving als werknemers van groot belang is kennis en vaardigheden op adequaat niveau te houden en zich daarom voldoende te laten bij- en opscholen;
constaterende dat het kabinet een levenlanglerenkrediet invoert om juist deze groep werkenden te motiveren zich een leven lang te blijven scholen;
overwegende dat naast financiële overwegingen ook de inrichting van het volwassenonderwijs een factor is die belemmerend kan werken bij de keuze om zich te laten bij- of opscholen;
overwegende dat modules van niet-bekostigd geaccrediteerd onderwijs goed aansluiten bij de wens van deze werkenden om kortdurende en gerichte opleidingsfaciliteiten te hebben;
verzoekt de regering, het levenlanglerenkrediet ook van toepassing te laten zijn op modules van niet-bekostigd geaccrediteerd onderwijs en op modules van opleidingen die deel uitmaken van de te starten experimenten vraagfinanciering in het deeltijd hoger onderwijs,
en gaat over tot de orde van de dag.
Duisenberg
Van Meenen
Mohandis
Klaver