Ontvangen 31 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Artikel VII, onderdeel A, onder 2, wordt als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt de zinsnede «bij de berekening van een deel van de rijksbijdrage waarop de in artikel 1.9, eerste lid, bedoelde aanspraak betrekking heeft, rekening houden met» vervangen door: aan de rijksbijdrage waarop de in artikel 1.9, eerste lid, bedoelde aanspraak betrekking heeft, een bedrag toevoegen in verband met.
2. In het zesde lid wordt in de eerste volzin «, bedoeld in het vijfde lid» vervangen door «van het bedrag dat op grond van het vijfde lid aan de rijksbijdrage wordt toegevoegd», wordt na «studiesucces gehanteerd» toegevoegd: «, alsmede het tijdvak waarvoor zij gelden» en vervalt de laatste volzin.
De basisbekostiging van instellingen voor hoger onderwijs wordt berekend op basis van de zogeheten algemene berekeningswijze. Deze berekeningswijze bestaat uit objectieve factoren en dient voor instellingen toereikend te zijn om de wettelijke taken adequaat uit te kunnen voeren en onderwijs van basiskwaliteit te kunnen bieden. Aan die basisbekostiging mag dus niet worden getornd. De regering is daarom van mening dat de voorgestelde kwaliteitsbekostiging aanvullend dient te zijn aan de basisbekostiging op grond van de algemene berekeningswijze. Het wetsvoorstel bepaalt echter dat de kwaliteitsbekostiging een deel kan omvatten van de rijksbijdrage op basis van de algemene berekeningswijze. Dit amendement zorgt ervoor dat de kwaliteitsbekostiging een bedrag is dat in aanvulling op de algemene berekeningswijze aan de rijksbijdrage kan worden toegevoegd. Het amendement sluit aan bij de structuur die in artikel 2.2.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs voor aanvullende bekostiging is gekozen.
Bisschop