Kamerstuk 34035-19

Gewijzigd amendement van het lid Jasper van Dijk ter vervanging van nr. 5 dat regelt dat huidige bachelorstudenten niet geconfronteerd worden met het leenstelsel

Dossier: Wijziging van onder meer de Wet studiefinanciering 2000 in verband met de introductie van een nieuw stelsel van studiefinanciering in het hoger onderwijs en de uitvoering van een toekomstgerichte onderwijsagenda voor het hoger onderwijs (Wet studievoorschot hoger onderwijs)

Gepubliceerd: 31 oktober 2014
Indiener(s): Jasper van Dijk
Onderwerpen: onderwijs en wetenschap organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34035-19.html
ID: 34035-19
Origineel: 34035-5

32,0 %
68,0 %

PvdA

CU

CDA

D66

50PLUS/Baay-Timmerman

GrBvK

GL

Van Vliet

PVV

SP

50PLUS/Klein

SGP

VVD

PvdD


Nr. 19 GEWIJZIGD AMENDEMENT VAN HET LID JASPER VAN DIJK TER VERVANGING VAN DAT GEDRUKT ONDER NR. 5

Ontvangen 31 oktober 2014

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

In artikel I, onderdeel CV, komt de aanhef van artikel 12.14, eerste lid, te luiden: Op een student die vóór 1 september van het jaar waarin de Wet studievoorschot hoger onderwijs in werking treedt stond ingeschreven aan en studiefinanciering toegekend heeft gekregen voor een opleiding in het hoger onderwijs, blijven de volgende artikelen van toepassing, zoals die luidden vóór het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel AX, van de Wet studievoorschot hoger onderwijs:.

Toelichting

Dit amendement regelt dat huidige studenten na afronding van de bachelorfase kunnen doorstuderen voor de masterfase zonder geconfronteerd te worden met het leenstelsel. De huidige bachelorstudent moet niet worden geconfronteerd met spelregels die tijdens de loop van zijn studieplanning voordoen, die zorgen voor een schuld die bij aanvang van de studie niet was voorzien. Het volgen van een masterstudie is het logische vervolg op de bachelorfase, en wordt door de student dan ook aan het begin van de studie ingepland. Op dat moment kon de student niet voorzien dat voor het laatste deel van de studieloopbaan een leenstelsel zou gelden.

J. van Dijk