Ontvangen 8 oktober 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel BI, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «wordt een artikel» vervangen door: worden twee artikelen.
2. Na artikel 6.2a wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Aan de debiteur wordt gelijktijdig met de omzetting, bedoeld in artikel 5.7, een deel van de lening hoger onderwijs kwijtgescholden indien een masteropleiding, bedoeld in artikel 7.3a, derde tot en met zevende lid, van de WHV, met goed gevolg is afgerond binnen de diplomatermijn hoger onderwijs.
2. De kwijtschelding wordt verleend voor de lening hoger onderwijs of een gedeelte daarvan, die is verleend voor het laatste jaar van de masteropleiding, bedoeld in het eerste lid.
3. Voor de waarde van de kwijtschelding is bepalend het jaar waarin voor het eerst is voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in het eerste lid. De kwijtschelding bedraagt naar de maatstaf van 1 januari 2014 € 1.200 voor de thuiswonende deelnemer en € 3.300 voor de uitwonende deelnemer.
4. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld voor een goede uitvoering van dit artikel.
II
In artikel I, onderdeel BT, wordt in artikel 6.19, eerste lid, na «6.2a,» ingevoegd: 6.2b,.
III
In artikel I, onderdeel CJ, onder 4, wordt «en 6.2a» vervangen door: , 6.2a en 6.2b.
IV
In artikel I, onderdeel CV, wordt in artikel 12.14, derde lid, «Artikel 6.2a is» vervangen door: De artikelen 6.2a en 6.2b zijn.
Dit amendement regelt dat studenten die een meerjarige masteropleiding volgen een deel van de lening hoger onderwijs kwijtgescholden krijgen indien zij de opleiding met goed gevolg afronden binnen de diplomatermijn hoger onderwijs. De kwijtschelding wordt verleend voor de lening of een gedeelte daarvan, die is verleend voor het laatste jaar van de masteropleiding. Bij het bepalen van de hoogte van de kwijtschelding wordt onderscheid gemaakt tussen uitwonende en thuiswonende studenten.
Schouten