Ontvangen 22 januari 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 218a als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervalt: onder voorwaarde dat de verstrekking niet tot hen kan worden herleid.
2. Na het eerste lid wordt een lid ingevoegd, luidende:
1a. Onder journalist of publicist in het kader van nieuwsgaring als bedoeld in het eerste lid, wordt mede verstaan de belangenorganisatie die na een daartoe strekkende melding misstanden openbaart waarbij het maatschappelijk belang in het geding is bij:
a. de schending van een wettelijk voorschrift;
b. een gevaar voor de volksgezondheid;
c. een gevaar voor de veiligheid van personen;
d. een gevaar voor de aantasting van het milieu;
e. een gevaar voor het goed functioneren van de openbare dienst of een onderneming als gevolg van een onbehoorlijke wijze van handelen of nalaten.
3. In het tweede lid wordt «bedoeld in het eerste lid» vervangen door: bedoeld in de leden 1 en 1a.
Dit amendement beoogt de bronbescherming in strafzaken uit te breiden. De begrippen «journalist», «publicist» en «nieuwsgaring» zijn in de praktijk niet helder af te bakenen. Niet valt in te zien waarom bronbescherming niet ook zou toekomen aan bijvoorbeeld belangenorganisaties die in een publicatie, al dan niet in het kader van nieuwsgaring, op basis van eigen bronnen misstanden aan de kaak stellen. Dit amendement regelt daarom dat bronbescherming ook toekomt aan deze belangenorganisaties.
Dit amendement schrapt tevens de beperking dat de bron expliciet de voorwaarde moet hebben gesteld dat de verstrekking niet tot hem kan worden herleid. Ook als dit niet vooraf is bedongen komt getuigen de discretionaire bevoegdheid toe om bronnen geheim te houden. Onder alle omstandigheden kan immers de rechter-commissaris het beroep hierop van getuigen afwijzen indien aan een zwaarder wegend maatschappelijk belang een onevenredig grote schade zou worden toegebracht.
Van Tongeren