Kamerstuk 34032-13

Amendement van het lid Groothuizen over bronbescherming bij het opvragen van bepaalde historische gegevens

Dossier: Wijziging van het Wetboek van Strafvordering tot vastlegging van het recht op bronbescherming bij vrije nieuwsgaring (bronbescherming in strafzaken)

Gepubliceerd: 30 januari 2018
Indiener(s): Maarten Groothuizen (D66)
Onderwerpen: recht strafrecht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34032-13.html
ID: 34032-13

62,0 %
38,0 %

CU

VVD

GL

D66

50PLUS

PvdD

CDA

FVD

SP

DENK

PVV

PvdA

SGP


Nr. 13 AMENDEMENT VAN HET LID GROOTHUIZEN

Ontvangen 30 januari 2018

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

I

In artikel I, onderdeel Cb, wordt «en artikel» vervangen door «126nd, tweede lid,» en wordt na «126u, tweede lid,» ingevoegd «en 126ud, tweede lid,».

II

In artikel I wordt na onderdeel Cb een onderdeel ingevoegd, luidende:

Cc

Aan artikel 126nda, tweede lid, worden twee volzinnen toegevoegd, luidende: Indien de vordering, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op een persoon die aanspraak kan maken op bronbescherming, kan deze slechts worden gedaan na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie te verlenen door de rechter-commissaris. Artikel 218a, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

III

Aan artikel IV wordt toegevoegd «dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld».

Toelichting

Dit amendement strekt ertoe te voorkomen dat door middel van het opvragen van zogenaamde historische gegevens op grond van de artikelen 126nd, 126nda en 126ud Sv informatie kan worden opgevraagd die kan leiden tot identificering van de bron. In de opsporingspraktijk wordt van deze artikelen veelvuldig gebruik gemaakt, bijvoorbeeld voor het opvragen van camerabeelden. Net zoals door het opvragen van historische verkeersgegevens op grond van de artikelen 126n en 126u Sv, kan dan worden achterhaald worden wie een bron is. Denk bijvoorbeeld aan het opvragen van camerabeelden van een ontmoeting die een journalist heeft in een café, of het opvragen van gegevens uit een hotelregister. Het amendement zoekt aansluiting bij de voorgestelde regeling ten aanzien van artikel 126n en 126u Sv, door in het geval de vordering betrekking heeft op een persoon die aanspraak kan maken op bronbescherming, te bepalen dat deze slechts kan worden gedaan na schriftelijke machtiging, op vordering van de officier van justitie, te verlenen door de rechter-commissaris. Dit klemt des te meer nu het nieuwe 126nda Sv (Kamerstukken I 2017/18, 34 720, nr. A) de bevoegdheid tot het opvragen van camerabeelden niet langer toekent aan de officier van justitie, maar aan de opsporingsambtenaar. Aangezien dat artikel nog niet in werking getreden is, regelt onderdeel III van dit amendement dat voorliggend wetsvoorstel gefaseerd in werking kan treden. Zo kan de wijziging van artikel 126nda Sv tegelijkertijd met de inwerkingtreding van dat artikel plaatsvinden.

Groothuizen