Kamerstuk 34024-28

Postmarkt: kosten en baten van de universele postdienst (UPD) en aansprakelijkheid aangetekende brieven (invulling motie van het lid Mei Li Vos, Kamerstuk 34 024, nr. 19)

Dossier: Wijziging van de Postwet 2009 tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienstverlening (modernisering UPD)

Gepubliceerd: 2 juni 2015
Indiener(s): Henk Kamp (minister economische zaken) (VVD)
Onderwerpen: economie overige economische sectoren
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-34024-28.html
ID: 34024-28

Nr. 28 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 juni 2015

Op 26 mei jl. is het wetsvoorstel tot modernisering en flexibilisering van de universele postdienst (UPD) aangenomen in de Eerste Kamer. Ook heeft de Eerste Kamer een motie aangenomen van het lid Koning (PvdA) c.s. over het inzicht in de kosten en baten van de UPD (Kamerstuk 34 024, G). Daarnaast is naar aanleiding van behandeling van dit wetsvoorstel in de Tweede Kamer een motie aangenomen van het lid Mei Li Vos (PvdA) over de aansprakelijkheid van aangetekende brieven (Kamerstuk 34 024, nr. 19). Met deze brief reageer ik op de motie-Koning c.s., geef ik invulling aan de motie van het lid Mei Li Vos en kom ik tegemoet aan het verzoek dat de vaste commissie voor Economische Zaken in de Tweede Kamer mij op 28 mei 2015 heeft gedaan.

Motie-Koning c.s. over inzicht in de kosten van de UPD

In de motie-Koning c.s. wordt de regering verzocht om het parlement inzage te verschaffen in de kosten- en batenopbouw en het rendement van de UPD. Op grond van de Postwet 2009 en de Postregeling 2009 dienen de tarieven binnen de UPD gebaseerd te zijn op de daadwerkelijke kosten van de UPD plus een redelijk rendement (maximaal 10% van de omzet). Omdat de UPD-verlener de UPD heeft geïntegreerd met overige activiteiten, zoals zakelijke postdiensten en pakketbezorging, worden de kosten van de UPD niet op zichzelf vastgesteld maar bepaald op grond van een kostentoerekening aan de UPD. Ten aanzien van de kostentoerekening aan en de tarieven binnen de UPD zijn nadere regels gesteld in de Postregeling 2009. Op de naleving daarvan wordt toegezien door de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Omdat dit toezicht inzicht vergt in gedetailleerde bedrijfsvertrouwelijke en concurrentiegevoelige informatie is de ACM beperkt in de informatie die zij openbaar kan maken.

Naar aanleiding van de evaluatie van de Postregeling 2009 is de regeling per 29 januari 2014 aangescherpt en wordt deze momenteel voor het eerst door de ACM toegepast bij de vaststelling van de basis tariefruimte binnen de UPD. Omdat de UPD-tarieven op de daadwerkelijke kosten moeten zijn gebaseerd, toetst de ACM daarbij ook of de kostentoerekeningssystematiek van de UPD-verlener voldoet aan de aangepaste regels. De ACM heeft mij geïnformeerd dat zij op dit moment nog geen basis tariefruimte heeft kunnen vaststellen. Gelet op het belang van een goede toepassing van de regels inzake de kostentoerekening en de tarieven hecht ik eraan dat de ACM haar beoordeling om tot een basistariefruimte te komen zorgvuldig verricht. Overigens merk ik daarbij op dat een besluit conform de wettelijke procedures niet altijd direct openbaar kan worden gemaakt door de ACM, omdat belanghebbende partijen zich bij de rechter kunnen verzetten tegen het besluit zelf en tegen het besluit tot openbaarmaking. Ik zal de Eerste en de Tweede Kamer nader informeren nadat de ACM haar onderzoek heeft afgerond en de uitkomsten daarvan openbaar kan maken. Naar aanleiding van de aangenomen motie-Koning c.s. (Kamerstuk 34 024, nr. 6) zal ik voorts in overleg met de ACM bezien of het parlement te zijner tijd via een technische briefing nader inzicht kan worden geboden in de kosten en baten van de UPD-verlener zonder dat daarbij bedrijfsvertrouwelijke of concurrentiegevoelige informatie in de openbaarheid komt.

Aansprakelijkheid bij aangetekende brieven

De motie van het lid Mei Li Vos (Kamerstuk 34 024, nr. 19) heeft betrekking op zoekgeraakte aangetekende brieven. Aangezien het financiële belang bij de inhoud van de aangetekende brieven erg hoog kan zijn, wordt in de motie verzocht om te onderzoeken hoe de aansprakelijkheid bij zoekgeraakte brieven kan worden aangepast naar een reëler bedrag, bijvoorbeeld door het introduceren van meerdere categorieën aangetekende brieven.

Op basis van de Postwet 2009 is de UPD-verlener aansprakelijk voor schade als gevolg van verlies, beschadiging of vertraagde aflevering van aangetekende poststukken. De bedragen waarvoor de UPD-verlener maximaal aansprakelijk is, zijn neergelegd in het Postbesluit 2009. In het Postbesluit 2009 wordt onderscheid gemaakt tussen twee categorieën aangetekende poststukken: een categorie «gewone» aangetekende poststukken en een categorie aangetekende poststukken «met aangegeven waarde». Voor een gewoon aangetekend poststuk is de UPD-verlener aansprakelijk tot een bedrag van 50 euro. Overigens geldt dit bedrag in de praktijk alleen voor aangetekende brieven. Voor aangetekende pakketten hanteert PostNL een bedrag van 500 euro, omdat de waarde van een pakket over het algemeen hoger ligt. Bij een poststuk met aangegeven waarde betreft het een poststuk waarvan de verzender heeft aangegeven dat de inhoud van het poststuk waardevol is, bijvoorbeeld een kostbaar voorwerp. Voor een poststuk met aangegeven waarde is de UPD-verlener aansprakelijk tot een bedrag van 5.500 euro. Indien de consument kan bewijzen dat een kostbaar voorwerp tijdens de bezorging door PostNL is zoekgeraakt, zal PostNL de consument daarom kunnen vergoeden tot een bedrag van maximaal 5.500 euro.

Ik acht het niet nodig om deze bedragen te verhogen of een nieuwe categorie te introduceren binnen de UPD. De UPD is immers een basispostvoorziening, waarbij gelijke tarieven en bezorgvoorwaarden worden gehanteerd voor iedereen die gebruik wil maken van de UPD. Indien consumenten behoefte hebben aan een uitgebreidere dienstverlening, waaronder mogelijkerwijs ook een hogere vergoeding bij foutief postvervoer, ligt het in de rede dat consumenten gebruik maken van de mogelijkheden tot het bieden van maatwerk via diverse alternatieven, zoals een bezorgservice voor juridische diensten of expresbezorging of het afzonderlijk verzekeren van het voorwerp dat verzonden wordt. Bij dergelijke diensten zijn er meer mogelijkheden om rekening te houden met de specifieke bezorgvoorwaarden van de verzender en kan daarom meer maatwerk worden geboden.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp