Voorgesteld 17 juni 2015
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat bestuurders een civielrechtelijk bestuursverbod opgelegd kunnen krijgen indien sprake is van faillissementsfraude;
overwegende dat het voor de effectiviteit van een bestuursverbod van belang is dat belanghebbende partijen tijdig kennis daarvan kunnen nemen zodat zij de toetreding van een bestuurder met een bestuursverbod in raden van toezicht en van commissarissen kunnen voorkomen;
overwegende dat naast het openbare Handelsregister ook een verklaring omtrent het gedrag kan bijdragen aan het weren van bestuurders met een bestuursverbod;
verzoekt de regering, te bevorderen dat standaard een verklaring omtrent het gedrag wordt gevraagd wanneer een commissaris of toezichthouder wil toetreden tot een raad van bestuur of een raad van toezicht,
en gaat over tot de orde van de dag.
Berndsen-Jansen