Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het noodzakelijk is de Wet wapens en munitie te wijzigen in verband met de uitvoering van de Verordening nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PbEU 2012, L 94);
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet wapens en munitie wordt als volgt gewijzigd:
A
Aan artikel 1 worden onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel 12° door een puntkomma drie onderdelen toegevoegd, luidende:
13°. verordening (EU) nr. 258/2012: Verordening (EU) nr. 258/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 14 maart 2012 tot uitvoering van artikel 10 van het Protocol van de Verenigde Naties tegen de illegale vervaardiging van en handel in vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie, tot aanvulling van het Verdrag van de Verenigde Naties ter bestrijding van grensoverschrijdende georganiseerde misdaad (VN-protocol inzake vuurwapens), en tot vaststelling van uitvoervergunningen voor vuurwapens, hun onderdelen, componenten en munitie en maatregelen betreffende de invoer en doorvoer ervan (PbEU 2012, L 94);
14°. uitvoer: uitvoer als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van verordening (EU) nr. 258/2012.
15°. uitvoervergunning: een uitvoervergunning als bedoeld in artikel 2, veertiende lid, van verordening (EU) nr. 258/2012.
B
In artikel 3a, eerste tot en met derde lid, wordt na «14, eerste lid,» ingevoegd: 20a, tweede lid.
C
In artikel 4, eerste lid, wordt «Onze Minister kan» vervangen door: Onverminderd de artikelen 4 en 9 van verordening (EU) nr. 258/2012 kan Onze Minister.
D
Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt na «onverminderd de bijzondere gronden tot weigering daarvan» ingevoegd: en onverminderd verordening (EU) nr. 258/2012.
2. In het tweede lid wordt na «onverminderd de bijzondere gronden tot wijziging of intrekking daarvan» ingevoegd: en onverminderd verordening (EU) nr. 258/2012.
E
In artikel 14, vierde lid en vijfde lid, wordt «naar een lidstaat van de Europese Gemeenschappen.» telkens vervangen door: naar een lidstaat van de Europese Unie.
F
In artikel 15 wordt «Onze Minister van Economische Zaken» vervangen door: Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking.
G
In artikel 16, tweede lid, wordt «de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer» vervangen door: het onderdeel van de Belastingdienst, de Centrale dienst voor in- en uitvoer.
H
In artikel 20, derde lid, wordt «de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer» vervangen door: het onderdeel van de Belastingdienst, de Centrale dienst voor in- en uitvoer.
I
Na artikel 20 worden een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. De artikelen 14 tot en met 16 en 20 zijn niet van toepassing op het doen uitgaan van vuurwapens, hun onderdelen, essentiële componenten en munitie, opgenomen in bijlage I van verordening (EU) nr. 258/2012, wanneer dat tevens is aan te merken als uitvoer.
2. Het is verboden zonder uitvoervergunning vuurwapens, hun onderdelen, essentiële componenten en munitie, opgenomen in bijlage I van verordening (EU) nr. 258/2012, uit te voeren.
3. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter uitvoering van artikel 7, tweede lid, van verordening (EU) nr. 258/2012.
4. Aan de uitvoervergunning wordt het voorschrift verbonden dat vuurwapens, hun onderdelen, essentiële componenten en munitie, opgenomen in bijlage I van verordening (EU) nr. 258/2012, zodanig worden verpakt dat deze niet voor onmiddellijk gebruik kunnen worden aangewend.
5. De houder van een in Nederland afgegeven uitvoervergunning of van een in een andere lidstaat van de Europese Unie afgegeven uitvoervergunning, is verplicht vuurwapens, hun onderdelen, essentiële componenten en munitie tot aan de bestemming, respectievelijk het verlaten van het grondgebied van Nederland, te doen vergezellen van de uitvoervergunning.
6. Onze Minister stelt bij regeling procedures vast voor de gevallen bedoeld in artikel 9, tweede lid, van verordening (EU) nr. 258/2012.
7. Onze Minister kan met het oog op de uitvoer van geluiddempers zoals opgenomen in bijlage I van verordening (EU) nr. 258/2012, en onverminderd het bepaalde in artikel 13, tweede lid, ontheffing verlenen van een of meer verboden genoemd in artikel 13, eerste lid.
1. Onze Minister kan, na overleg met Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, bepalen dat op grond van de Algemene douanewet afgegeven vergunningen tevens gelden als uitvoervergunningen.
2. Een uitvoervergunning wordt verleend door het onderdeel van de Belastingdienst, de Centrale dienst voor in- en uitvoer.
J
In de artikelen 34, eerste lid, en 38, tweede lid, wordt «de Belastingdienst/Douane centrale dienst voor in- en uitvoer» telkens vervangen door: het onderdeel van de Belastingdienst, de Centrale dienst voor in- en uitvoer.
K
In artikel 39 wordt na «Onze Minister kan» ingevoegd: , onverminderd artikel 4, eerste lid, van verordening (EU) nr. 258/2012,.
L
In artikel 54 wordt na «14, vijfde lid,» ingevoegd: 20a, vijfde lid,.
M
Artikel 55 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het eerste lid wordt na «13, eerste lid,» ingevoegd: 20a, tweede lid, voor zover het betreft een geluiddemper,.
2. Aan het derde lid wordt onder vervanging van de punt aan het einde van onderdeel b door een puntkomma een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. hij die handelt in strijd met artikel 20a, tweede lid, voor zover het niet betreft een geluiddemper.
3. In het vierde lid wordt na «14, eerste lid,» ingevoegd: artikel 20a, tweede lid,.
4. In het vijfde lid wordt na «14, eerste lid,» ingevoegd: artikel 20a, tweede lid,.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,