Ontvangen 12 december 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel O, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef komt te luiden:
Na artikel 124a worden twee artikelen met opschrift ingevoegd, luidende:.
2. Na artikel 124b wordt een artikel toegevoegd, luidende:
Een bij of krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon die als zodanig of waarvan een orgaan een overheidswerkgever is, vermeldt in het financieel verslaggevingsdocument, bedoeld in artikel 1.1, aanhef en onderdeel j, van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, of hem in het jaar waarop dat document betrekking heeft een quotumheffing als bedoeld in artikel 38h van deze wet is opgelegd, alsmede de hoogte van deze heffing. Het financieel verslaggevingsdocument vermeldt tevens de hoogte van het quotumtekort dat aan deze heffing ten grondslag ligt, alsmede zo mogelijk de oorzaken van dit quotumtekort.
II
Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Aan artikel 391 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek wordt een lid toegevoegd, luidende:
8. Indien een quotumheffing is opgelegd als bedoeld in artikel 38h van de Wet financiering sociale verzekeringen, wordt dit in het jaarverslag vermeld, alsmede de hoogte van deze heffing. Het jaarverslag vermeldt tevens de hoogte van het quotumtekort dat aan deze heffing ten grondslag ligt, alsmede zo mogelijk de oorzaken van dit quotumtekort.
Dit amendement verplicht organisaties in de publieke sector en bedrijven om een opgelegde quotumheffing in hun jaarverslag te vermelden. Werkgevers die een quotumheffing opgelegd hebben gekregen, hebben niet voldaan aan hun maatschappelijke verplichting. Dit is iets waar overheden en bedrijven liever niet bekend om staan. Openbaarmaking hiervan kan dus als extra stok achter de deur werken. Bovendien is het voor burgers belangrijk om te weten of bedrijven en overheden aan hun maatschappelijke verplichting voldoen. Zij kunnen als consument «stemmen met de voeten» en als kiezer de politiek afrekenen op de prestaties van de overheid.
Publicatie van de quotumheffing in het jaarverslag sluit het beste aan bij het principe van «comply or explain». Werkgevers moeten zelf bekend maken of ze aan het quotum voldaan hebben en moeten wanneer dit niet het geval is uitleggen hoe dit komt en hoe ze deze situatie denken te verbeteren.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door in artikel 391 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een nieuw achtste lid op te nemen. Op grond hiervan zijn werkgevers verplicht in hun jaarverslag op te nemen of er een quotumheffing is opgelegd, de hoogte van die heffing en het quotumtekort, en zo mogelijk de oorzaken daarvan.
Het nieuwe artikel 124c bevat eenzelfde verplichting voor publiekrechtelijke rechtspersonen. Hierbij is aansluiting gezocht bij de formulering in de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector. De gegevens over de quotumheffing moeten dan worden opgenomen in een wettelijk voorgeschreven document dat inzicht biedt in de financiële positie of de organisatie van die publiekrechtelijke rechtspersoon.
Indien dit amendement wordt aangenomen, komt het opschrift van het wetsvoorstel te luiden: Wijziging van de Wet financiering sociale verzekeringen en Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek in verband met een heffing bij het niet voldoen aan de quotumdoelstelling (Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten)
Van Ojik