Ontvangen 10 december 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 38b, aanhef en onder 1, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. Een persoon met als hoogst genoten opleiding het voortgezet speciaal onderwijs, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de expertisecentra dan wel het praktijkonderwijs, bedoeld in artikel 10f van de Wet op het voortgezet onderwijs.
Met dit amendement wordt geregeld dat leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs automatisch tot de doelgroep voor de banenafspraak en het quotum behoren. Hiermee wordt voor deze leerlingen een aparte keuring door het UWV om na afronding van hun opleiding in het doelgroepenregister te worden opgenomen voorkomen. Deze aparte keuring is overbodig en met het vervallen van de aparte keuring kunnen kosten voor gemeenten worden bespaard. De tijd en middelen die de aparte keuring kost kan beter worden ingezet in de begeleiding van werkzoekenden en werkgevers.
De leerlingen uit het voortgezet speciaal onderwijs en het praktijkonderwijs zijn immers allemaal geïndiceerd voor een speciale vorm van onderwijs, omdat deze leerlingen niet in staat zijn om een startkwalificatie te halen. Zonder de nodige ondersteuning lukt het deze leerlingen niet of nauwelijks om zelfstandig werk te vinden en te behouden. Velen blijken dan ook niet in staat het wettelijk minimumloon te verdienen. In de praktijk zal het UWV dus constateren dat de door de gemeente aangedragen schoolverlaters tot de doelgroep van de banenafspraak behoren. Bovendien duurt de aparte keuring door het UWV een aantal weken. Voor een goede overgang van school naar werk is het beter om de doorlooptijd voor deze groep zo kort mogelijk te houden.
Schouten