Ontvangen 12 september 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
Artikel I, onderdeel W, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 4 wordt «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.
2. Onderdeel 5 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt een nieuw vierde lid» vervangen door: worden een nieuw vierde en vijfde lid.
b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
5. Voordat de ziektekostenverzekeraar een detailcontrole als bedoeld in artikel 1, onderdeel w, verricht, stelt hij de verzekerde hiervan in kennis.
3. In onderdeel 6 wordt «vijfde lid» vervangen door: zesde lid.
II
Artikel II, onderdeel A, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel 3 wordt «zevende lid» vervangen door: achtste lid.
2. Onderdeel 4 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt een nieuw zesde lid» vervangen door: worden een nieuw zesde en zevende lid.
b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
7. Voordat de zorgverzekeraar een detailcontrole als bedoeld in artikel 1, onderdeel w, van de Wet marktordening gezondheidszorg verricht, stelt hij de verzekerde hiervan in kennis.
3. In onderdeel 5 wordt «zevende lid» vervangen door: achtste lid.
III
Artikel III, onderdeel B, wordt als volgt gewijzigd:
1. De aanhef wordt vervangen door: Artikel 9.1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het vijfde en zesde lid komen te luiden:.
2. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
2. Onder vernummering van het zevende lid tot achtste lid wordt na het zesde lid een lid ingevoegd, luidende:
7. Voordat de Wlz-uitvoerder een detailcontrole als bedoeld in artikel 1, onderdeel w, van de Wet marktordening gezondheidszorg verricht, stelt hij de verzekerde hiervan in kennis.
De indieners zijn van mening dat het medisch beroepsgeheim te allen tijde beschermd dient te worden. Het vooraf (schriftelijk) informeren van de verzekerde (d.w.z. de patiënt) over inzage in het medisch dossier, onder verantwoordelijkheid van een onafhankelijk medisch adviseur, in het kader van een materiële controle of fraudeonderzoek door de ziektekostenverzekeraar, zorgverzekeraar of Wlz-uitvoerder, wordt door de indieners noodzakelijk geacht. Bij het ontvangen van een schriftelijke bevestiging van onderzoek wordt toestemming verondersteld.
Noodzakelijke gegevens die nu al uitgewisseld worden tussen verschillende partijen, om de uitvoering van de ziektekostenverzekering mogelijk te maken, vallen hier niet onder.
Het wetsvoorstel beoogt fraude aan te pakken. Maar uit onderzoek van Zorgverzekeraars Nederland in 2015 blijkt dat fraude slechts in 0,015% van de gevallen voorkomt. De indieners stellen derhalve dat het verlenen van inzage in of het verstrekken van medische dossiers door zorgaanbieders aan zorgverzekeraars een buitenproportionele maatregel is om een klein percentage aan frauduleuze praktijken aan te pakken. Volgens de Wet bescherming persoonsgegevens en het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens mag er slechts in noodzakelijke en proportionele gevallen een inbreuk op de privacy gepleegd worden. Waarbij altijd wordt gekozen voor de minst ingrijpende oplossing. De indieners zijn van mening dat dit onderdeel van het voorstel een onwenselijke beleidskeuze is, en alternatieven onvoldoende onderzocht zijn.
Pia Dijkstra Verhoeven Leijten Van Gerven