Ontvangen 8 september 2016
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
In artikel I wordt onderdeel U als volgt gewijzigd:
1. Na onderdeel 1 wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
1a. In het eerste lid (nieuw) komt de aanhef te luiden: Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:.
2. Onderdeel 2 wordt als volgt gewijzigd:
a. In de aanhef wordt «wordt een lid» vervangen door: worden twee leden.
b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Een krachtens het eerste lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld.
Met het wetsvoorstel wordt artikel 70 van de Wmg fors uitgebreid. De NZa moet straks ook persoonsgegevens, medische en strafrechtelijke persoonsgegevens desgevraagd geven aan de rijksbelastingdienst, de politie, de bijzondere opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie. De Raad van State adviseert daarom uitdrukkelijk om in de wet vast te leggen welke informatie verstrekt kan worden, aan wie en met welk doel. In het wetsvoorstel wordt er echter omwille van de flexibiliteit voor gekozen om dit in een ministeriële regeling te blijven regelen. Op grond van artikel 10, eerste lid, van de Grondwet geeft de Afdeling aan dat het argument van de Minister met betrekking tot behoefte aan flexibiliteit ontoereikend is om vaststelling op het niveau van de Minister of de Nederlandse Zorgautoriteit te kunnen rechtvaardigen.
De indieners zijn van mening dat zowel flexibiliteit als zorgvuldigheid nodig is. Daarom stellen de indieners voor om artikel 65 van de Wmg te wijzigen, zodanig dat bij algemene maatregel van bestuur wordt geregeld welke persoonsgegevens de NZa mag verstrekken, aan welke instanties die verstrekt mogen worden en met welk doel. Deze algemene maatregel van bestuur wordt aan een lichte nahangprocedure onderworpen, inhoudende dat de vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt overlegd aan de beide kamers der Staten-Generaal en in werking treedt op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld. De mogelijkheid van subdelegatie door de regering bewerkstelligt om bij ministeriële regeling de in algemene maatregel van bestuur genoemde technische detailpunten nader te regelen.
Bruins Slot Volp