Voorgesteld 13 november 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat Nederland op dit moment een groot mestoverschot heeft;
constaterende dat een verdere grondloze groei van de melkveehouderij dit mestoverschot nog verder zal doen toenemen;
gelet op de breed gedeelde wens om het grondgebonden karakter van de melkveehouderij te behouden en de ambitie om nutriëntenkringlopen te sluiten;
verzoekt de regering, de grondgebondenheid van de melkveehouderij wettelijk te borgen door uitbreiding van het bedrijf alleen mogelijk te maken onder voorwaarde dat het bedrijf zelf over voldoende grond beschikt om de extra mest op af te zetten, of binnen 20 kilometer van het bedrijf de mest af kan zetten op landbouwgrond van anderen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Ouwehand