Ontvangen 12 november 2014
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel D, wordt artikel 21 als volgt gewijzigd:
1. In het vijfde lid wordt de zinsnede «kan bij algemene maatregel van bestuur worden beperkt» vervangen door: wordt bij algemene maatregel van bestuur beperkt.
2. Het zesde lid komt te luiden:
6. Een krachtens het vijfde lid vastgestelde algemene maatregel van bestuur wordt aan de beide kamers der Staten-Generaal overgelegd. Hij treedt in werking op een tijdstip dat nadat vier weken na de overlegging zijn verstreken bij koninklijk besluit wordt vastgesteld, tenzij binnen die termijn door of namens een der kamers of door ten minste een vijfde van het grondwettelijk aantal leden van een der kamers de wens te kennen wordt gegeven dat het onderwerp van de algemene maatregel van bestuur bij wet wordt geregeld. In dat geval wordt een daartoe strekkend voorstel van wet zo spoedig mogelijk ingediend. Indien het voorstel van wet wordt ingetrokken of indien een van de beide kamers van de Staten-Generaal besluit het voorstel niet aan te nemen, wordt de algemene maatregel van bestuur ingetrokken.
Met dit amendement wordt allereerst geregeld dat de rechtvaardigingsgrond, bedoeld in artikel 21, tweede lid, onderdeel d van de Meststoffenwet, in ieder geval wordt beperkt bij algemene maatregel van bestuur.
Ten tweede regelt het amendement dat de Kamer de mogelijkheid heeft met 30 leden te besluiten dat het onderwerp van de AMvB, bij wet wordt geregeld. Ook indien later de AMvB zou worden aangepast, heeft de kamer die mogelijkheid.
Dikkers