Voorgesteld 15 oktober 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat in het huidige wetsvoorstel de boetes voor het niet naleven van de algemene normen betreffende het beloningsbeleid slechts 1 miljoen euro bedragen;
overwegende dat deze algemene normen onderdeel zijn van de kern van het wetsvoorstel en de boetes, dit in aanmerking nemende, te laag zijn;
overwegende dat de boetes voor het schenden van de individuele normen 4 miljoen euro bedragen en dat financiële instellingen deze boetes in voorkomende gevallen wellicht voor lief nemen;
overwegende dat een ander boetesysteem wordt onderzocht voor de Wft, waarin wordt voorzien in omzetgerelateerde boetes;
verzoekt de regering, de boetes voor het niet naleven van de bepalingen in art. 1:113, 1:114, eerste en tweede lid, 1:117, eerste tot en met derde lid, 1:118, 1:119 en 1:120, eerste en tweede lid, te verhogen naar boetecategorie 3;
verzoekt de regering tevens, bij een herziening van het boetestelsel in de Wft de boetes te verhogen voor alle overtredingen van bepalingen uit deze wet, waarbij de hoogte van de omzet van de overtreder van invloed is op de hoogte van de boete,
en gaat over tot de orde van de dag.
Nijboer