Ontvangen 17 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.3, onder a, wordt «veilige» vervangen door: veilige, toegankelijke.
II
Aan artikel 2.16, eerste lid, wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. het bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte voor personen.
III
Aan artikel 2.28 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een komma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
e. het bevorderen van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte voor personen.
Artikel 1.3 van het wetsvoorstel stelt als maatschappelijk doel onder andere het bereiken en in stand houden van een veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit. Met dit amendement wordt in onderdeel I voorgesteld ook toegankelijkheid van de fysieke leefomgeving toe te voegen als doel van deze wet. Dit betekent dat alle bestuursorganen belast met de uitvoering van deze wet bij de uitoefening van hun taken en bevoegdheden op grond van deze wet daarmee rekening moeten houden.
Dit amendement strekt ertoe te bevorderen dat de openbare delen van de fysieke leefomgeving ook toegankelijk zijn voor personen met een handicap. Het belang van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte is echter een belang dat niet altijd ten koste van alles moet worden gewaarborgd. Bijvoorbeeld in de natuur is toegankelijkheid voor alle groepen personen niet altijd mogelijk of wenselijk. Wel is ook in natuurgebieden vaak de toegankelijkheid te verbeteren. Met dit amendement moet het belang van toegankelijkheid bij de besluitvorming over de openbare buitenruimte worden betrokken.
Onderdeel II en III van dit amendement bieden in samenhang de grondslag om bij algemene maatregel van bestuur te regelen dat gemeenten bij het stellen van regels in het omgevingsplan het belang van de toegankelijkheid van de openbare buitenruimte moeten afwegen tegen de overige betrokken belangen Die afweging moet gemaakt worden bij het in het omgevingsplan toedelen van functies aan locaties voor nieuwe ontwikkelingen (aanleg nieuwe woonwijken en wegen) en ook bij herstructureringen. Daarnaast moet deze afweging worden gemaakt bij de overige regels in het omgevingsplan waarbij dit een relevant belang is. Gedacht kan daarbij worden aan regels over de bruikbaarheid van de openbare weg (zoals de regels over winkeluitstallingen, het plaatsen van hekken en fietsen). Mensen met een beperking bevinden zich niet alleen in woningen en gebouwen, maar moeten zich ook daartussen kunnen voortbewegen.
Met dit amendement wordt benadrukt dat in de fysieke leefomgeving de inclusieve samenleving serieus wordt genomen. Hiermee wordt ook aangesloten bij het door Nederland ondertekende maar nog niet geratificeerde VN-verdrag inzake de rechten van Personen met een handicap (Trb. 2007, 169). Dit verdrag spreekt zich uit over toegankelijkheid van de fysieke omgeving (artikel 9) en het recht om zelfstandig te wonen en deel uit te maken van de maatschappij (artikel 19). In het regeerakkoord is afgesproken dat dit verdrag in deze regeerperiode geratificeerd zal worden.
Dik-Faber