Ontvangen 11 juni 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel 2.37 wordt in Afdeling 2.5 een paragraaf ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister kan aan bestuursorganen de plicht opleggen tot prestatievergelijking bij de uitoefening van taken en bevoegdheden op grond van deze wet.
2. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de frequentie, inhoud en omvang van de prestatievergelijking.
Met dit amendement wordt het instrument prestatievergelijking in de Omgevingswet geïntroduceerd. Dit instrument is momenteel aanwezig in artikel 4.22, lid 4, van de Wet milieubeheer ten aanzien van de taken van gemeenten op het gebied van stedelijk waterbeheer. Ook in de Drinkwaterwet is prestatievergelijking opgenomen (artikelen 39 t/m 42) maar deze wet zal niet opgaan in de Omgevingswet.
Prestatievergelijking is een goed instrument voor overheden om inzichtelijk te krijgen hoe ze presteren en op welke punten verbetering mogelijk is in efficiëntie en effectiviteit. Hiermee wordt ook de transparantie richting burgers en bedrijven vergroot.
De voorgestelde bepaling biedt de Minister de mogelijkheid een prestatievergelijking te verplichten ten aanzien van specifieke taken op grond van de Omgevingswet. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de prestatievergelijking.
Dit amendement laat open op welke terreinen er eventueel prestatievergelijking wordt ingezet. Indiener beoogt dat dit instrument alleen wordt ingezet als dit een meerwaarde heeft. Dit zal uiteraard met het oog op de bestuurlijke lasten gemotiveerd moeten worden. Gedacht kan worden aan prestatievergelijking op het gebied van rioleringen of de uitvoering van vergunningverlening, handhaving en toezicht.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door toevoeging van een nieuwe paragraaf 2.5.4 aan Afdeling 2.5 van de Omgevingswet.
Dik-Faber