Ontvangen 2 juni 2015
De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:
I
In artikel 1.2, tweede lid, wordt na onderdeel b een onderdeel ingevoegd, luidende:
ba. recreatieve infrastructuur,.
II
In artikel 2.1, derde lid, wordt na onderdeel k een onderdeel ingevoegd, luidende:
ka. Het beheer van recreatieve infrastructuur,.
III
In de bijlage, onderdeel A, wordt in de alfabetische opsomming ingevoegd:
routenetwerk voor wandelen, fietsen en varen.
De recreatieve infrastructuur (routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen) verdient een positie in deze wet. De afgelopen jaren is de wettelijke borging van de routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen vervallen. De motivering door de Minister dat de routenetwerken voldoende geborgd zouden zijn met het benoemen ervan in de Rijksstructuurvisie en het vertrouwensbeginsel tussen overheden, is een onjuiste aanname. Daarmee dreigen honderden miljoenen aan investeringen in deze routenetwerken teloor te gaan, omdat een integrale aanpak voor onderhoud, brughoogten en aansluiting van paden en routes niet kan worden afgedwongen op grond van een Structuurvisie en een Wet revitalisering generiek toezicht. Ook het algemene afstemmingsvereiste (artikel 2.2. van onderhavige wet) zal hierbij niet helpen.
Met het opnemen van recreatieve infrastructuur onder de artikelen 1.2 (waarin is bepaald wat de fysieke leefomgeving in ieder geval omvat) en 2.1, derde lid (waarin is bepaald welke onderwerpen in regels kunnen worden uitgewerkt of begrensd) wordt een wettelijke basis gecreëerd voor de bescherming van de bedoelde routenetwerken. Tevens wordt het begrip recreatieve infrastructuur toegevoegd aan de begrippenlijst van het wetsvoorstel.
Van Veldhoven Ronnes