Kamerstuk 33962-40

Amendement van de leden Albert de Vries en Veldman dat regelt dat ingeval van een experiment, bij de algemene maatregel van bestuur in ieder wordt bepaald hoe de evaluatie van het experiment wordt uitgevoerd en hoe vaak tussentijds wordt gemonitord met het oog op de doelen, bedoeld in het tweede lid van artikel 23.3

Dossier: Regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)


98,7 %
1,3 %

50PLUS

SGP

CDA

GrKÖ

GL

Van Vliet

Klein

D66

VVD

PvdD

SP

Houwers

PVV

PvdA

GrBvK

CU


Nr. 40 AMENDEMENT VAN DE LEDEN ALBERT DE VRIES EN VELDMAN

Ontvangen 1 juni 2015

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

Artikel 23.3, derde lid, onderdeel i, komt te luiden:

  • i. hoe de evaluatie van het experiment wordt uitgevoerd en hoe vaak tussentijds wordt gemonitord met het oog op de doelen, bedoeld in het tweede lid.

Toelichting

In dit amendement komt het belang van monitoring en evaluatie van experimenten tot uitdrukking. Artikel 23.3, derde lid, bevat de onderwerpen waarover voor elk experiment bij algemene maatregel van bestuur regels worden gesteld. Met de voorgestelde wijziging van onderdeel i wordt geborgd dat regels worden gesteld over de wijze en de frequentie van de monitoring en evaluatie van experimenten. Die dienen in ieder geval na afloop van het experiment plaats te vinden, zodat van de experimenten kan worden geleerd en kan worden vastgesteld in hoeverre die hebben bijgedragen aan het bevorderen van de kwaliteit van de leefomgeving en aan het bereiken van de met het experiment beoogde doelen.

Tussentijdse monitoring kan bijvoorbeeld bij langer lopende experimenten zinvol zijn, om te bezien of het experiment op koers ligt of dat extra maatregelen getroffen moeten worden. Of dat doelmatig is hangt sterk af van het betrokken experiment. Met dit amendement wordt verzekerd dat in de AMvB daaromtrent een expliciete afweging wordt gemaakt.

Albert de Vries Veldman