Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet op het financieel toezicht aan te passen teneinde een regelgevend kader voor kredietunies te scheppen, waarmee de financiering van personen die handelen in hun beroep of bedrijf kan worden gestimuleerd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het financieel toezicht wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1:1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de definitie van «bank» wordt na «kredietuitzettingen,» ingevoegd: niet zijnde een kredietunie met zetel in Nederland,
2. In de definitie van «financiële onderneming» wordt, onder verlettering van de onderdelen o tot en met q tot onderdelen p tot en met r, na onderdeel n een onderdeel ingevoegd, luidende:
o. een kredietunie;
3. In de opsomming wordt in de alfabetische volgorde een definitie ingevoegd, luidende:
coöperatie waarvan de leden op grond van hun beroep of bedrijf zijn toegelaten tot het lidmaatschap van de coöperatie, die haar bedrijf maakt van:
a. het bij haar leden aantrekken van opvorderbare gelden; en
b. het voor eigen rekening verrichten van kredietuitzettingen aan haar leden ten behoeve van de beroeps- of bedrijfsuitoefening van die leden.
B
Na afdeling 2.2.4C wordt een afdeling ingevoegd, luidende:
Het is een ieder met zetel in Nederland verboden zonder een daartoe door de Nederlandsche Bank verleende vergunning het bedrijf uit te oefenen van kredietunie.
1. De Nederlandsche Bank verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in artikel 2:54o, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
a. artikel 3:8 met betrekking tot de geschiktheid van de in dat artikel bedoelde personen;
b. artikel 3:9 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel genoemde personen;
c. artikel 3:10, eerste en tweede lid, met betrekking tot het beleid met betrekking tot de integere bedrijfsuitoefening;
d. artikel 3:15, eerste en tweede lid, met betrekking tot het minimum aantal personen dat het dagelijks beleid bepaalt en de plaats van waaruit zij hun werkzaamheden verrichten;
e. artikel 3:16, eerste en tweede lid, met betrekking tot de zeggenschapsstructuur;
f. artikel 3:17, eerste en tweede lid, met betrekking tot de inrichting van de bedrijfsvoering;
g. artikel 3:53, eerste en derde lid, met betrekking tot het minimum eigen vermogen;
h. artikel 3:57, eerste en tweede lid, met betrekking tot de solvabiliteit; en
i. artikel 3:63, eerste en tweede lid, met betrekking tot de liquiditeit.
2. De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3. De Nederlandsche Bank kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van het eerste lid, aanhef en onderdeel c, d, f, g, h, of i, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid genoemde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
C
In artikel 3:3 wordt na «icbe’s» ingevoegd: , kredietunies.
D
Artikel 3:5, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel d vervalt aan het slot «en».
2. De punt aan het slot van onderdeel e wordt vervangen door: ; en.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. kredietunies met zetel in Nederland.
E
In de artikelen 3:8, eerste lid, 3:9, eerste lid, 3:10, eerste lid, 3:15, eerste lid, 3:16, eerste en tweede lid, 3:17 eerste lid, en 3:18, tweede en derde lid, onder c, wordt telkens na «bank» ingevoegd: , kredietunie.
F
In artikel 3:18, derde lid, onder b, wordt na «banken» ingevoegd: , kredietunies.
G
Artikel 3:29, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Na «bank» wordt ingevoegd: , kredietunie.
2. Na «2:54j, tweede lid» wordt ingevoegd: , 2:54p, tweede lid.
H
Artikel 3:29b wordt als volgt gewijzigd:
1. «betaalinstelling of elektronischgeldinstelling» wordt vervangen door: betaalinstelling, elektronischgeldinstelling of kredietunie.
2. «betaaldiensten onderscheidenlijk het uitgeven van elektronisch geld» wordt vervangen door: betaaldiensten, het uitgeven van elektronisch geld, onderscheidenlijk het bedrijf van kredietunie.
I
Na artikel 3:38b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
J
Artikel 3:53 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «elektronischgeldinstelling» ingevoegd: , kredietunie.
2. in het zesde lid wordt na «clearinginstelling» ingevoegd: , kredietunie.
K
Artikel 3:57 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland» ingevoegd: , een kredietunie met zetel in Nederland.
2. In het derde lid wordt na «elektronischgeldinstelling» ingevoegd: , kredietunie.
3. In het zesde lid wordt na «clearinginstelling» ingevoegd: , kredietunie.
4. In het zevende lid wordt na «clearinginstelling» ingevoegd: , kredietunie.
L
Aan artikel 3:63, eerste lid, wordt na «een icbe met zetel in Nederland waarvan de rechten van deelneming op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald « ingevoegd: , een kredietunie met zetel in Nederland.
M
In artikel 3:71, eerste lid, wordt na «bank» ingevoegd: , kredietunie.
N
In artikel 3:72, eerste lid, wordt na «elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland» ingevoegd: , kredietunie met zetel in Nederland.
O
Artikel 3:88 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «elektronischgeldinstelling met zetel in Nederland» ingevoegd: , kredietunie met zetel in Nederland.
2. In het tweede lid wordt na «bank» ingevoegd: , kredietunie.
P
In de bijlage bij artikel 1:79 worden in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers ingevoegd:
2:54o, eerste lid
2:54q
Q
In de bijlage bij artikel 1:80 in de numerieke volgorde de volgende artikelnummers ingevoegd:
2:54o, eerste lid
2:54q
De Wet bekostiging financieel toezicht wordt gewijzigd als volgt:
A
Bijlage I wordt als volgt gewijzigd:
1. Na de eenmalige toezichthandeling met de code Wft. D1.12 wordt een eenmalige toezichthandeling ingevoegd, luidende:
Wft. D1.12a |
De behandeling van een aanvraag tot verlening van een vergunning voor de uitoefening van het bedrijf van kredietunie als bedoeld in artikel 2:54o, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht. |
€ 8.500,– |
2. In de beschrijving van de eenmalige toezichthandeling met de code Wft. D2.01 wordt na «Wft. D1.02» ingevoegd: of Wft. D1.12a.
B
Bijlage II wordt als volgt gewijzigd:
In de alfabetische rangschikking van de toezichtcategorieën wordt een toezichtcategorie ingevoegd, luidende:
Kredietunies |
0,1% |
Kredietunies waaraan een vergunning is verleend als bedoeld in artikel 2:54o. |
Artikel 2:54o |
Balansomvang |
Aan artikel 1, onderdeel a, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme, wordt na subonderdeel 25 een subonderdeel toegevoegd, luidende:
26°. Kredietunie als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;
Artikel 1, onder 2°, van de Wet op de economische delicten wordt als volgt gewijzigd:
In de zinsnede met betrekking tot de Wet op het financieel toezicht wordt in de numerieke volgorde het volgende artikel ingevoegd: 2:54o,.
1
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet wordt verheven en Artikel I, onderdeel A van die wet in werking treedt voor het tijdstip waarop Artikel I, onderdeel A van deze wet in werking treedt, komt Artikel I, onderdeel A, eerste lid van deze wet als volgt te luiden:
1. In de definitie van «bank» wordt na «kapitaalvereisten», ingevoegd: niet zijnde een kredietunie met zetel in Nederland,.
2
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet wordt verheven en Artikel I, onderdeel NN van die wet in werking treedt voor het tijdstip waarop Artikel I, onderdeel K van deze wet in werking treedt, komt Artikel I, onderdeel K, eerste lid van deze wet als volgt te luiden:
1. In het eerste lid wordt in de opsomming van financiële ondernemingen in de alfabetische volgorde ingevoegd:
– kredietunies;
3
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet wordt verheven en Artikel I, onderdeel QQ van die wet in werking treedt voor het tijdstip waarop Artikel I, onderdeel L van deze wet in werking treedt, komt Artikel I, onderdeel L, als volgt te luiden:
L
Aan artikel 3:63, eerste lid, wordt onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
– kredietunies.
4
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet is of wordt verheven en Artikel I, onderdeel A van die wet later in werking treedt dan Artikel I, onderdeel A van deze wet, wordt in Artikel I, onderdeel A, eerste lid, van die wet na «kapitaalvereisten» ingevoegd: niet zijnde een kredietunie met zetel in Nederland,.
5
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet wordt verheven en Artikel I, onderdeel NN van die wet later in werking treedt dan Artikel I, onderdeel K van deze wet, wordt in Artikel I, onderdeel NN, eerste lid, van die wet aan de opsomming van financiële ondernemingen in de alfabetische volgorde toegevoegd:
– kredietunies;
6
Indien het bij koninklijke boodschap van 21 januari 2014 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het financieel toezicht en enige andere wetten ter implementatie van richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176) en ter implementatie van verordening (EU) nr. 575/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende prudentiële vereisten voor kredietinstellingen en beleggingsondernemingen en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 (PbEU 2013, L 176) tot wet wordt verheven en Artikel I, onderdeel QQ van die wet later in werking treedt dan Artikel I, onderdeel L van deze wet, wordt in Artikel I, onderdeel QQ, eerste lid, van die wet onder vervanging van de punt aan het slot door een puntkomma, een onderdeel ingevoegd, luidende:
– kredietunies.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle Ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Financiën,