Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 17 maart 2015
Naar aanleiding van het verzoek van meerdere leden van uw Kamer, bieden wij u hierbij de consultatiereactie aan van zowel DNB als de AFM1 op ons initiatiefwetsvoorstel Wet Toezicht Kredietunies.
Ten geleide geven wij u graag nog het volgende mee, hierbij ingaand op een belangrijke discussie in de 1e termijn van de behandeling van het wetsvoorstel (Handelingen II 2014/15, nr. 62, Regelgevend kader kredietunies).
De AFM geeft in haar reactie aan dat voor het achterwege blijven van toezicht op kredietunies van beperkte omvang de vrijstellingsgrens van € 10 miljoen relatief hoog lijkt en stelt voor aansluiting te zoeken bij soortgelijke omvanggrenzen die gelden voor het uitgeven van effecten – voor wat betreft de beheerde activa geldt dan een grens van € 2,5 miljoen. Naar ons oordeel zijn dit echter onvergelijkbare grenzen. De grens van € 2,5 miljoen is opgenomen in artikel 53 van de Vrijstellingsregeling Wft en betreft een vrijstelling van de prospectusplicht voor het aanbieden van effecten aan het publiek. Onderhavig wetsvoorstel ziet op kredietverlening door tussenkomst van gereguleerde kredietunies voor en door ondernemers, die naar ons oordeel minder behoeven te worden beschermd dan het brede publiek Dezelfde overweging geldt ten aanzien van de omvanggrens van 150 personen per kredietunie die de AFM als maximum ziet. Deze grens komt uit artikel 5:3 Wft en ziet op het aanbieden van effecten aan het publiek, terwijl onderhavig wetsvoorstel zich richt op ondernemers. Bovendien zou toepassing van een grens van slechts 150 personen feitelijk betekenen dat ook de allerkleinste kredietunies onder de vergunningplicht vallen. Naar het oordeel van de initiatiefnemers zou dat onnodige belemmeringen opwerpen voor kredietunies om van het vrijstellingsregime door te groeien naar een (kredietunie)vergunningregime.
Agnes Mulder
Nijboer