Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen om een arbeidsmarktrelevant en doelmatig opleidingenaanbod in het beroepsonderwijs te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet educatie en beroepsonderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt na «4.2.5,» ingevoegd: 6.1.2 tot en met 6.1.3a,.
2. In het tweede lid wordt na «4.2.5,» ingevoegd: 6.1.2 tot en met 6.1.3a,.
B
In artikel 1.4.1, eerste lid, wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
a1. de informatie aan aspirant-deelnemers, bedoeld in artikel 6.1.3a,.
C
Na artikel 6.1.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bevoegd gezag van een instelling meldt aan Onze Minister het voornemen tot het starten of beëindigen van een beroepsopleiding op enige locatie voor 1 februari van het kalenderjaar voorafgaand aan het studiejaar waarin wordt beoogd de beroepsopleiding te starten of te beëindigen.
2. Bij ministeriële regeling worden voorschriften gegeven omtrent de wijze waarop de melding wordt gedaan.
3. Onze Minister maakt de melding openbaar.
D
Artikel 6.1.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het opschrift wordt «en» vervangen door een komma en wordt na «beroepsopleidingen» ingevoegd: en doelmatigheid.
2. Aan de tekst van het eerste lid worden de volgende volzinnen toegevoegd: Onder arbeidsmarktperspectief wordt in ieder geval verstaan het perspectief voor gediplomeerde schoolverlaters op het binnen een redelijke termijn vinden van werk op het niveau van de gevolgde opleiding.
3. Na het tweede lid worden nieuwe leden toegevoegd, luidende:
3. Het bevoegd gezag zorgt ervoor dat een beroepsopleiding alleen door de instelling wordt aangeboden als de verzorging van die opleiding, gelet op het geheel van de voorzieningen op het gebied van het beroepsonderwijs, doelmatig is.
4. Het bevoegd gezag legt over wijzigingen van het opleidingenaanbod van een instelling met betrekking tot het arbeidsmarktperspectief en de doelmatige verzorging van een opleiding verantwoording af in het jaarverslag, bedoeld in artikel 2.5.4.
E
Na artikel 6.1.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bevoegd gezag verstrekt zodanige informatie aan aspirant-deelnemers van beroepsopleidingen over:
a. de instelling,
b. het aanbod van beroepsopleidingen,
c. het arbeidsmarktperspectief na beëindiging van de desbetreffende beroepsopleiding,
d. de inhoud en de inrichting van het te volgen onderwijs,
e. de examinering,
f. de vooropleidingseisen voor de verschillende beroepsopleidingen, en
g. de kwaliteit van de verschillende beroepsopleidingen waaronder het oordeel van de inspectie ter zake,
dat de aspirant-deelnemers in staat zijn de opleidingsmogelijkheden te vergelijken en een passende opleiding te kiezen, alsmede zich een goed oordeel te vormen over de inhoud en de inrichting van het te volgen onderwijs en de examens en zich goed voor te bereiden op de gestelde eisen.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere specificaties worden gegeven over de vorm en inhoud van de informatie die nodig is voor het vergelijken van opleidingen en het kiezen van een passende opleiding.
F
Artikel 6.1.4 wordt als volgt gewijzigd:
In het eerste lid, onderdeel c, wordt «de zorgplicht» vervangen door: een of meer zorgplichten.
G
Na artikel 6.1.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister stelt beleidsregels vast omtrent de uitoefening van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 6.1.4, eerste lid, onder c.
2. Onze Minister kan zich bij de toepassing van de beleidsregels laten adviseren door een onafhankelijke adviescommissie.
H
Artikel 6.1.5 wordt als volgt gewijzigd:
Na het tweede lid wordt een nieuw lid ingevoegd, luidende:
2a. Voordat Onze Minister een beschikking neemt op grond van artikel 6.1.4, eerste lid, onder c, geeft hij aan het bevoegd gezag een waarschuwing op grond van zijn bevindingen ten aanzien van de naleving van een of meer zorgplichten, bedoeld in artikel 6.1.3, waarbij wordt bepaald aan welke maatregelen het bevoegd gezag gevolg dient te geven. Aan de waarschuwing kan een termijn van ten minste drie maanden worden verbonden waarbinnen aan de maatregelen gevolg moet worden gegeven.
I
Aan artikel 8a.2.2, vierde lid, wordt, onder vervanging van de punt in onderdeel e door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
f. de te verstrekken informatie aan aspirant-deelnemers van beroepsopleidingen, bedoeld in artikel 6.1.3a.
Artikel 24f, achtste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht komt te luiden:
8. Het Centraal bureau voor de statistiek kan de gegevens die het op grond van het zevende lid heeft ontvangen, alsmede de daaraan door het Centraal bureau voor de statistiek gekoppelde gegevens van belang voor statistische doeleinden op het gebied van arbeid als bedoeld in artikel 33, tweede lid, onderdeel e, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, openbaar maken in de vorm van overzichten die betrekking hebben op afzonderlijke scholen, instellingen of opleidingen, mits aan deze overzichten geen herkenbare gegevens over een afzonderlijk persoon of een afzonderlijk huishouden kunnen worden ontleend.
De Wet educatie en beroepsonderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1.4.1, derde lid, wordt na onderdeel a een onderdeel ingevoegd, luidende:
a1. de informatie aan aanstaande deelnemers, bedoeld in artikel 7.2.1a,.
B
Het opschrift van Hoofdstuk 7, titel 2, § 1, komt te luiden:
§ 1. Reikwijdte en informatie.
C
Na artikel 7.2.1 wordt een artikel toegevoegd, luidende:
1. Het bevoegd gezag verstrekt zodanige informatie aan aanstaande deelnemers van beroepsopleidingen over:
a. de instelling,
b. het aanbod van beroepsopleidingen,
c. het arbeidsmarktperspectief na beëindiging van de desbetreffende beroepsopleiding,
d. de vooropleidingseisen voor de verschillende beroepsopleidingen, en
e. de kwaliteit van de verschillende beroepsopleidingen waaronder het oordeel van de inspectie ter zake,
dat de aanstaande deelnemers in staat zijn de opleidingsmogelijkheden te vergelijken en een passende opleiding te kiezen.
2. Bij ministeriële regeling kunnen nadere specificaties worden gegeven over de inhoud en vorm van de informatie die nodig is voor het vergelijken van opleidingen en het kiezen van een passende opleiding.
1. Deze wet treedt in werking met ingang van 1 januari 2015, met uitzondering van artikel III dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip. Indien het Staatsblad waarin deze wet wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 december 2014, treedt zij in werking de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst, met uitzondering van artikel III dat in werking treedt op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
2. Artikel I, met uitzondering van onderdeel C, is voor het eerst van toepassing op het studiejaar dat aanvangt na inwerkingtreding van artikel I. Artikel I, onderdeel C, is voor het eerst van toepassing op het studiejaar dat volgt op het in de eerste volzin genoemde studiejaar.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
De Staatssecretaris van Economische Zaken,