Ontvangen 28 augustus 2014
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel XXIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Het in onderdeel Ac, onder 3, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij varkens.
2. Na onderdeel Ac wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Aca
In artikel 91b vervallen het tweede lid alsmede de aanduiding «1.» voor het eerste lid.
3. Na onderdeel Ad wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ada
Artikel 91g vervalt.
4. Het in onderdeel Ae, onder 3, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren van andere diersoorten dan de diersoort varken.
5. Het in onderdeel Ag, onder 3, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
a. In onderdeel b wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
b. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel c door «, of» wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren.
6. Na onderdeel Ah worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:
Aha
Na artikel 92a wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 92b
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld omtrent de heffing, bedoeld in artikel 91a, alsmede omtrent bij algemene maatregel van bestuur op grond van de artikelen 91h en 92 ingevoerde heffingen.
Ahb
Artikel 93, vierde lid, vervalt.
7. Onderdeel Ai, onder 2, komt te luiden:
2. Onder verlettering van de onderdelen d en e tot onderdelen f en g, worden de volgende onderdelen ingevoegd, luidende:
d. terzake van door Onze Minister gemaakte kosten met het oog op tegemoetkomingen voor maatregelen ter bestrijding van zoönosen of zoönoseverwekkers waartoe de houder op grond van EU-verordeningen of EU-besluiten als bedoeld in artikel 81a is gehouden;
e. terzake van uitgaven ten behoeve van het weren van tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren;
B
Artikel XXVIII wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel B komt te luiden:
B
Artikel 2.8, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel f komt te luiden:
f. het bijhouden, overleggen, controleren, bewaren en melden van gegevens over verrichte diergeneeskundige handelingen;.
2. Na onderdeel f wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
g. de bedrijfsbegeleiding door een dierenarts.
2. Na onderdeel I worden de volgende onderdelen ingevoegd, luidende:
Ia
In artikel 9.2, derde lid, wordt «besmettelijke dierziekten, zoönosen en ziekteverschijnselen in brede zin» vervangen door: dierziekten, zoönosen, ziekteverschijnselen en resistentie in brede zin.
Ib
In artikel 9.4, tweede lid, wordt onder verlettering van de onderdelen e en f tot onderdelen f en g, een onderdeel ingevoegd, luidende:
e. ter zake van uitgaven ten behoeve van het weren van tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren.
3. Onderdeel K wordt als volgt gewijzigd:
a. Het onder 2, in subonderdeel c, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel a wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
2°. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij varkens.
b. Het onder 3, in subonderdeel c, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel a wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
2°. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren van andere diersoorten dan de diersoort varken.
c. Het onder 4, in onderdeel G, opgenomen tweede lid wordt als volgt gewijzigd:
1°. In onderdeel a wordt «, of» vervangen door een puntkomma.
2°. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door «, of», wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. tegen antimicrobiële diergeneesmiddelen resistente bacteriën bij dieren.
Deze nota van wijziging wijzigt het voorstel voor een Wet tot opheffing bedrijfslichamen en stelt meer specifiek enkele wijzigingen voor in de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren en de Wet dieren. Deze wijzigingen worden hieronder toegelicht.
Onderdeel A
Onderdeel A, onder 1, 4, 5 en 7
Met onderdeel A, onder 1, 2 en 3, worden wijzigingen aangebracht in de onderdelen Ac, Ae en Ag van het voorgestelde artikel XXIII. Met deze onderdelen worden de artikelen 91a, 91h en 92 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (hierna: Gwwd) gewijzigd. Voornoemde artikelen bevatten een grondslag voor heffingen die kunnen worden opgelegd ter financiering van kosten die gemaakt worden voor het bestrijden en weren van onder andere dierziekten. Voorgesteld wordt om de heffingsgrondslag uit te breiden met een mogelijkheid tot het opleggen van heffingen ter financiering van kosten voor het weren van tegen antibiotica resistente bacteriën bij dieren.
Ieder gebruik van antibiotica draagt bij aan de ontwikkeling van resistentie bij bacteriën tegen antibiotica en vormt daarmee een risico voor de volksgezondheid en diergezondheid. De overheid en het bedrijfsleven spannen zich in voor minder en meer verantwoord gebruik van antibiotica in de Nederlandse dierhouderij. Zij doen dit onder andere door financiering van activiteiten die de Stichting Diergeneesmiddelenautoriteit ontplooit met betrekking tot transparantie van het antibioticagebruik in de dierhouderij, vaststelling van benchmarkindicatoren die als streefwaarden dienen voor dierenartsen en dierhouders, monitoring van verbetertrajecten voor dierhouders en dierenartsen die systematisch veel antibiotica inzetten en rapportage over trends en ontwikkelingen in het antibioticagebruik. De kosten voor deze activiteiten worden tot op heden gezamenlijk door het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Vee en Vlees, de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde en de Minister van Economische Zaken gefinancierd. De productschappen financieren hun bijdrage met inkomsten uit door hen op grond van de Wet op de bedrijfsorganisatie opgelegde heffingen aan ondernemingen. Na opheffing van de bedrijfslichamen, waarin het wetsvoorstel voorziet, kunnen voornoemde bedrijfslichamen geen financiële bijdrage meer leveren. Het is daarom gewenst de heffingsgrondslag in de Gwwd te verruimen, zodat op deze wijze voorzien kan worden in inkomsten ter financiering van het deel van de kosten voor het weren van tegen antibiotica resistente bacteriën bij dieren, waaronder ook het voorkomen van resistentievorming bij bacteriën, waarin eerder door voornoemde bedrijfslichamen voorzien werd. In het verlengde hiervan wordt met onderdeel A, onder 5, ook artikel 95c, van de Gwwd gewijzigd, zodat de kosten van voornoemde maatregelen uit het Diergezondheidsfonds kunnen worden betaald. De Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde en de Minister van Economische Zaken zullen hun bijdrage overigens blijven financieren op de wijze waarop zij dit thans al doen.
Onderdeel A, onder 2, 3 en 6
Uit artikel 93, tweede lid, van de Gwwd vloeit voort dat heffingen die op grond van de Gwwd worden ingevoerd, worden geheven met overeenkomstige toepassing van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (hierna: Awr). De Awr bevat naast inhoudelijke bepalingen over belastingen ook een bepaling op grond waarvan bij ministeriële regeling regels gesteld kunnen worden ter uitvoering van de belastingwet (artikel 62). Hoewel op grond artikel 93, tweede lid, Gwwd, in samenhang met artikel 62 Awr de Minister van Economische Zaken reeds bevoegd is nadere regels te stellen ter uitvoering van de heffingen, bedoeld in de artikelen 91b, 91h en 92 Gwwd, is in de artikelen 91b, tweede lid, en 91g van die wet evenwel voorzien in een specifieke grondslag voor de Minister van Economische Zaken om regels te stellen ten aanzien van de varkensheffing. Er kunnen onder andere regels worden gesteld over de berekening van het gemiddeld aantal varkens dat op een bedrijf wordt gehouden en waarover derhalve een heffing verschuldigd is. Er is in de Gwwd geen vergelijkbare grondslag opgenomen om regels te kunnen stellen ten aanzien van de heffingen die op grond van de artikelen 91h en 92 bij algemene maatregel van bestuur kunnen worden ingevoerd. Er zullen echter wel regels met betrekking tot deze heffingen worden gesteld, bijvoorbeeld over de wijze waarop het (gemiddelde) aantal dieren wordt berekend dat op een bedrijf (artikel 91h) of anders dan op een bedrijf (artikel 92) wordt gehouden. Omwille van consistentie is het wenselijk dat de Gwwd niet slechts voorziet in een grondslag om nadere regels te stellen over de heffing, bedoeld in artikel 91b, maar ook in een grondslag om nadere regels te stellen over de heffingen, bedoeld in de artikelen 91h en 92. Daarom wordt met onderdeel A, onder 6, middels onderdeel Aha een nieuw artikel 92b in de Gwwd opgenomen dat aan de Minister van Economische zaken de bevoegdheid geeft om regels te stellen omtrent alle op grond van de Gwwd ingevoerde heffingen. Doordat voorzien wordt in één delegatiegrondslag die op alle heffingen van toepassing is, kunnen de artikelen 91b, tweede lid, en 91g vervallen. Onderdeel A, onder 2 en 3 voorziet hierin.
Met onderdeel A, onder 6 wordt daarnaast een onderdeel Ahb toegevoegd. Met dit onderdeel vervalt artikel 93, vierde lid, van de Gwwd, welk lid ziet op de toepassing van artikel 18 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen. Laatstgenoemd artikel is op 1 januari 1998 met de Invoeringswet bestuurlijke boeten (Stb. 1997, 737) komen te vervallen. De Gwwd is destijds niet aan het vervallen van deze bepaling aangepast. Dit wordt thans hersteld.
Onderdeel B
Onderdeel B, onder 1
Met artikel XXVIII, onderdeel B, wordt artikel 2.8 van de Wet dieren gewijzigd teneinde de door het Productschap Pluimvee en Eieren en het Productschap Vee en Vlees gestelde voorschriften over het gebruik van antibiotica in de sectoren pluimvee, runderen, vleeskalveren en varkens over te kunnen nemen. Deze voorschriften bestaan uit verplichtingen tot registratie van het gebruik van antibiotica, het (laten) opstellen van een bedrijfsgezondheidsplan en een bedrijfsbehandelplan en het (laten) opstellen van maatregelen indien blijkt dat het gebruik van antibiotica een bepaalde vast te stellen hoeveelheid overschrijdt. Om voornoemde voorschriften over te kunnen nemen is het noodzakelijk gebleken om niet alleen ten aanzien van de houder van dieren, maar ook ten aanzien van de dierenarts regels te kunnen stellen over bedrijfsbegeleiding.
Onderdeel B, onder 2 en 3
Voorzien is dat de bepalingen over het Diergezondheidsfonds op termijn worden overgeheveld van de Gwwd naar de artikelen 9.2 en verder van de Wet dieren. Dit geldt niet voor de bepalingen over heffingen, waarop de Gwwd van toepassing blijft. Deze laatste bepalingen worden op het moment van inwerkingtreding van de artikelen over het Diergezondheidsfonds in de Wet dieren, aangepast aan deze nieuwe artikelen. Artikel 11.4 van de Wet dieren voorziet hierin. Met de wijzigingen die zijn opgenomen in onderdeel B, onder 2 en 3 worden de artikelen 9.2, 9.4 en 11.4 van de Wet dieren aangepast aan de hiervoor bij onderdeel A toegelichte wijziging met betrekking tot de financiering van activiteiten ter wering van tegen antibiotica resistente bacteriën bij dieren.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp