Kamerstuk 33885-14

Amendement van het lid Van Toorenburg dat regelt dat de Wet bescherming persoonsgegevens niet van toepassing is op de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van gemeentelijke verordeningen of gemeentelijk beleid voor zover het betreft de beoordeling van de zelfredzaamheid van prostituees en doorverwijzing naar hulpverlening

Dossier: Wijziging van de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche


Nr. 14 AMENDEMENT VAN HET LID VAN TOORENBURG

Ontvangen 16 juni 2016

De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:

Na artikel I wordt een artikel ingevoegd, luidende:

ARTIKEL Ia

Artikel 2, tweede lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel e wordt «en» vervangen door een puntkomma.

2. De punt aan het slot van onderdeel f wordt vervangen door: en.

3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • g. ten behoeve van de uitvoering van gemeentelijke verordeningen of gemeentelijk beleid voor zover het betreft de beoordeling van de zelfredzaamheid van prostituees en doorverwijzing naar hulpverlening.

Toelichting

Ter voorkoming van mensenhandel en andere misstanden is in Amsterdam in 2012 gekozen voor het zogenoemde barrièremodel. Het barrièremodel brengt in kaart welke barrières de overheid en ketenpartners kunnen opwerpen om te voorkomen dat criminele organisaties of personen misbruik maken van legale structuren. In dit model is een belangrijke rol weggelegd voor de exploitanten van prostitutiebedrijven. Zij dienen zich ervan te vergewissen dat de in zijn/haar bedrijf werkzame sekswerkers voldoende zelfredzaam zijn om zo de instroom van kwetsbare personen in de prostitutiebranche te voorkomen. Dit wordt vormgegeven met een zogenaamd intakegesprek met sekswerkers. In juli 2013 is in Amsterdam besloten om in het kader van dit barrièremodel te starten met het gemeentelijk Adviesteam als aanvulling op de verplichte intake door exploitanten. Sekswerkers waarover de exploitant twijfels had met betrekking tot zijn of haar zelfredzaamheid moesten worden doorverwezen naar het Adviesteam. Zij kunnen met meer middelen de zelfredzaamheid van de sekswerker in kaart brengen.

Begin 2014 bleek dat het Amsterdamse model strijdig was met de privacyregelgeving vanwege de benodigde verwerking van persoonsgegevens. Het verwerken van bijzondere persoonsgegevens is toen onmiddellijk gestopt. De uitvoering van het barrièremodel met betrekking tot zelfredzaamheid is vanaf februari 2014 gefaseerd aangepast aan de privacywetgeving. De intakegesprekken door exploitanten zijn in iets aangepaste vorm blijven bestaan, maar de rol van het Adviesteam is ingeperkt. Uit een evaluatie is gebleken dat deze werkwijze minder effectief is dan voorheen.1 Het Adviesteam ziet door de aangepaste werkwijze (het vrijblijvende karakter van een doorverwijzing) niet zoveel sekswerkers als verwacht bij de start van het Adviesteam. Dit heeft tot gevolg dat de barrières die het college wil opwerpen om misstanden te voorkomen, lager zijn geworden. Het college zegt hier zelf over dat het nauwelijks in de praktijk gebeurt dat een sekswerker zelf contact opneemt en dat hierdoor het voorkomen dat kwetsbare personen toetreden in de branche, onvoldoende slaagt.2 De gemeente Amsterdam heeft dit in februari 2015 ook aangekaart bij de Minister, maar die heeft in februari 2016 laten weten geen uitzondering te willen maken op de geldende privacyregels.3

Indiener betreurt dit en zij wil met onderhavig amendement deze wettelijke blokkade wegnemen. Zij is met de gemeente Amsterdam van mening dat dit van groot belang is om zicht te krijgen op de fysieke en psychologische gezondheid van sekswerkers. Dat is ook in lijn met de uitgangspunten in onderhavig wetsvoorstel, waarin getracht wordt sekswerkers een veilige en verantwoorde werkomgeving bieden, een aanspreekpunt voor hen te creëren en hen waar nodig te verwijzen naar hulpverlening.

Een alternatieve mogelijkheid is dat het College bescherming persoonsgegevens (in het maatschappelijk verkeer aangeduid als de Autoriteit Persoonsgegevens) een ontheffing verleent aan de gemeente Amsterdam voor deze wijze van gegevensverwerking door het gemeentelijke Adviesteam. Tot op heden heeft het AP hiertoe echter niet willen besluiten. Daarom regelt dit amendement middels een wijziging van de Wet bescherming persoonsgegevens een uitzondering voor de verwerking van persoonsgegevens ten behoeve van de uitvoering van gemeentelijke verordeningen of gemeentelijk beleid voor zover het betreft de beoordeling van de zelfredzaamheid van prostituees en doorverwijzing naar hulpverlening.

Van Toorenburg