Ontvangen 14 juni 2016
Artikel I van het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
1
In onderdeel Fb wordt «seksbedrijf» vervangen door: prostitutiebedrijf.
2
In onderdeel G vervallen in de voorgestelde tekst van artikel 28 het tweede lid en de aanduiding «1.»voor het eerste lid.
3
Er wordt na onderdeel M een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ma
Na artikel 40 wordt een artikel ingevoegd. luidende:
Artikel 40a
Voor de plaatsing van deze wet in het Staatsblad stelt Onze Minister van Veiligheid en Justitie de nummering van de artikelen en hoofdstukken van deze wet opnieuw vast en brengt hij de in deze wet voorkomende aanhalingen van de artikelen met de nieuwe nummering in overeenstemming.
1. In onderdeel Fb was in de te vervangen tekst abusievelijk het woord «seksbedrijf» gebruikt, terwijl er staat: prostitutiebedrijf. Dit is nu hersteld.
2. Bij nadere beschouwing van artikel 28 kan het regelen van de bevoegdheid in dit artikel – binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner – beperkt blijven tot de toezichthouder in het kader van zijn toezichthoudende taak, zoals geregeld in het eerst lid. Het tweede lid van artikel 28 had betrekking op binnentreden in het kader van de opsporing. Aangezien artikel 55, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering die bevoegdheid al kent ter aanhouding van een verdachte, is het niet nodig hiervoor in de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche een afzonderlijke regeling te treffen.
3. Via onderdeel Ma wordt een artikel opgenomen dat ertoe leidt dat de Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche in het Staatsblad wordt geplaatst met een doorlopende nummering. Dat is gewenst omdat anders een wet wordt gepubliceerd waarin negen artikelen en een hoofdstukopschrift ontbreken, en twee artikelen (33a en 41a) zijn ingevoegd. Dat oogt niet fraai.
De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur