Gepubliceerd: 9 juli 2014
Indiener(s): Fred Teeven (staatssecretaris justitie en veiligheid) (VVD)
Onderwerpen: burgerlijk recht recht
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33851-7.html
ID: 33851-7
Origineel: 33851-2

Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING

Ontvangen 9 juli 2014

Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

A

Onderdeel A van artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

a. Voor de tekst wordt de aanduiding «1» geplaatst.

b. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

2. Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder het Haags Erfrechtverdrag 1989: het op 1 augustus 1989 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op erfopvolging (Trb. 1994, 49).

B

Onderdeel C (nieuw) van artikel 11 komt te luiden:

In artikel 150, tweede lid, wordt «het verdrag» vervangen door: het Haags Erfrechtverdrag 1989.

C

Onderdeel E van artikel 11 komt te luiden:

Artikel 152 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

1. De artikelen 147 en 148 zijn van toepassing op de erfopvolging van personen wier overlijden na 1 oktober 1996 heeft plaatsgevonden. Op de erfopvolging van personen wier overlijden op of na 17 augustus 2015 heeft plaatsgevonden is artikel 147 alleen van toepassing als het vermogensbestanddeel waarop de verrekening betrekking heeft, ligt in een staat die niet gebonden is door de verordening erfrecht.

2. Na het vierde lid wordt een lid toegevoegd, luidende:

5. De artikelen 149 en 150 zijn uitsluitend van toepassing op de erfopvolging van personen wier overlijden na 1 oktober 1996 en vóór 17 augustus 2015 heeft plaatsgevonden.

Toelichting

Zoals in de nota naar aanleiding van het verslag is aangekondigd, betreffen de wijzigingen het ongedaan maken van de schrapping van de citeertitel van het op 1 augustus 1989 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat van toepassing is op de erfopvolging in Boek 10 BW (Haags Erfrechtverdrag 1989) en de expliciete vermelding in artikel 10:152 BW dat in het kader van de erfopvolging van personen die na 17 augustus 2015 overlijden artikel 10:147 BW alleen kan worden toegepast als het vermogensbestanddeel waarop de verrekening betrekking heeft in een derde staat – een staat die niet gebonden is door de verordening erfrecht – is gelegen.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven