Gepubliceerd: 10 februari 2015
Indiener(s): Lodewijk Asscher (viceminister-president , minister sociale zaken en werkgelegenheid) (PvdA)
Onderwerpen: ontslag sociale zekerheid werk werkloosheid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33818-61.html
ID: 33818-61

Nr. 61 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 februari 2015

Op 1 juli 2015 treedt het onderdeel wijziging van het ontslagrecht van de Wet werk en zekerheid in werking. In het Sociaal Akkoord is afgesproken dat de afhandeling door UWV van verzoeken om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst versneld zal worden, zowel in het belang van werkgevers als van werknemers. Voor het realiseren van deze versnelling is destijds gekozen voor een volledig digitaal uitvoeringsproces, ook omdat digitalisering aansluit bij de ambities van het kabinet om het mogelijk te maken dat burgers en bedrijven zaken met de overheid digitaal kunnen afhandelen. Ik informeer u hierbij dat ik – in lijn met de aanbevelingen van de commissie Elias – op dit moment stop met de implementatie van een volledig digitale procedure. De versnelling zal door het inzetten van extra capaciteit en een beperkte vorm van digitalisering gerealiseerd worden.

Achtergrond

Eind 2013 is UWV gestart met de ontwikkeling van een volledig gedigitaliseerd uitvoeringsproces. De ontwikkeling bleek gaandeweg veel complexer en kostbaarder dan verwacht. Dat heeft er onder meer toe geleid dat het UWV vanwege het niet tijdig opleveren door de coördinerende leverancier, en de oplopende kosten, de leverancier in gebreke heeft gesteld en vervolgens op 9 januari j.l. het contract heeft ontbonden. UWV is in gesprek met de hoofdleverancier over de reeds gemaakte kosten. Ik kom samen met UWV tot de conclusie dat een volledig gedigitaliseerde procedure niet tijdig kan worden gerealiseerd. Dit ondanks het feit dat het project is gestart met de leverancier waar UWV al langere tijd op een goede manier mee samenwerkte en – met instemming van mijn departement – niet is aanbesteed om zoveel mogelijk tijdwinst te boeken. Afzien van aanbesteding was noodzakelijk om de afspraken in het zogenoemde Herfstakkoord na te komen, waarbij de inwerkingtreding van de wijziging van het ontslagrecht met een half jaar werd vervroegd.

Als gevolg van bovengenoemde ontwikkelingen heb ik besloten de volledige digitalisering van het uitvoeringsproces op dit moment te stoppen. Dat neemt niet weg dat ik mij gebonden weet aan de afspraken die zijn gemaakt over de te realiseren proceduretermijnen, en met mij uiteraard ook het UWV. Inmiddels is het UWV dan ook gestart met de implementatie van een beperkte vorm van digitalisering voor het indienen van de hiervoor genoemde verzoeken. Deze zal per 1 juli 2015 worden ingevoerd zodat UWV aan de gemaakte afspraken kan voldoen.

Kosten

Tijdens de ontwikkelfase werd duidelijk dat de incidentele kosten van een volledig gedigitaliseerd uitvoeringsproces aanzienlijk hoger zouden uitvallen (€ 35 – € 45 miljoen) dan eerder geraamd (€ 9,6 miljoen) en de structurele (onderhouds-) kosten van het ICT systeem € 4 à € 5 miljoen per jaar gaan bedragen, in plaats van de oorspronkelijk geraamde € 0,6 miljoen. De hogere kosten zijn deels toe te rekenen aan het realiseren van een tweede IT omgeving, om zo de bestaande systemen, zoals werk.nl, niet extra te belasten. Hiermee voorkwam UWV dat de stabiliteit en continuïteit hiervan in gevaar zou worden gebracht. De totale kosten die tot dusver zijn gemaakt bedragen € 20,3 miljoen.

Nieuwe wijze van realiseren versnelling ontslagprocedure

Met de inzet van extra capaciteit (30 fte) en een beperkte vorm van digitalisering kunnen de eerder geformuleerde doelen worden gerealiseerd. De beperkte digitalisering zal eruit bestaan dat een werkgever een zogenoemd gestructureerd aanvraagformulier kan downloaden, invullen en vervolgens met de voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijke documenten kan uploaden en digitaal versturen naar UWV. Vanaf dat moment verloopt het verkeer tussen UWV en werkgever respectievelijk werknemer(s) overeenkomstig de bestaande – niet digitale – weg. Het gestructureerde aanvraagformulier leidt tot betere en completere aanvragen (kwaliteitswinst). De werkgever levert aan de hand hiervan namelijk de voor de beoordeling van de aanvraag noodzakelijke en gespecificeerde gegevens aan, waardoor UWV aanvragen eerder in behandeling zal kunnen nemen dan nu veelal het geval is. De afhandeling zal daardoor ook sneller kunnen verlopen.

Ik heb met UWV besproken dat deze beperkte vorm van digitalisering, in combinatie met een beperkte uitbreiding van de personele capaciteit, voorlopig voldoende garantie biedt om de afgesproken proceduretermijnen te realiseren. De kosten van deze beperktere vorm van digitalisering bedragen eenmalig € 2 miljoen. Aan deze vorm van digitalisering zijn geen aanvullende onderhoudskosten verbonden.

Monitoring

Met UWV zal ik blijven volgen of, en wanneer, zich een geëigend moment voordoet om alsnog tot volledige digitalisering van de ontslagprocedure over te gaan. Daarbij zal ik, in lijn met de aanbevelingen van de commissie Elias over de zakelijke rechtvaardiging van ict-projecten, in het bijzonder aandacht hebben voor een zorgvuldige afweging van de te maken (vervolg-)kosten en de te verwachten baten. Wat dat laatste betreft, niet alleen in termen van afhandeling door UWV van verzoeken om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst, maar ook als het gaat om de voordelen die een volledig gedigitaliseerde procedure heeft voor werkgevers en werknemers.

Zoals ook tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel aangegeven, betreffen de afspraken over de te realiseren proceduretermijnen, streeftermijnen waar uiteraard door UWV op zal worden gestuurd. UWV zal periodiek verslag doen van het aantal zaken dat binnen of buiten de streeftermijn wordt afgehandeld. Daarbij zal tevens worden aangegeven wat de redenen zijn voor het eventueel niet realiseren van deze termijnen (waar ik, en UWV met mij, overigens niet op voorhand vanuit gaan). Zoals toegezegd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in uw Kamer zal ik u periodiek op de hoogte houden van het realiseren van de afgesproken proceduretermijnen.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher