Kamerstuk 33802-25

Kabinetsreactie evaluatie van de Wet Taken Meteorologie en Seismologie (Wtms)

Dossier: Regels omtrent de overheidszorg op het gebied van meteorologie en seismologie (Wet taken meteorologie en seismologie)

Gepubliceerd: 14 oktober 2022
Indiener(s): Vivianne Heijnen (staatssecretaris infrastructuur en waterstaat) (CDA)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33802-25.html
ID: 33802-25

Nr. 25 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 oktober 2022

Met deze brief bied ik mede namens de Minister voor Klimaat en Energie uw Kamer de kabinetsappreciatie aan van de evaluatie van de Wet Taken Meteorologie en Seismologie (Wtms). Met de uitvoering van deze evaluatie is voldaan aan de verplichting om de wet te evalueren. Naar aanleiding van de evaluatie, de resulterende aanbevelingen en de nadere gesprekken de afgelopen maanden ben ik voornemens de wet en onderliggende regeling (Rtms) op een aantal punten te wijzigen.

Evaluatie Wtms

In de Wtms zijn de zorgplichten van de Minister vastgelegd waaronder het uitbrengen van het algemeen weerbericht, waarschuwen voor gevaarlijk weer en onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek. Daarnaast is opgenomen dat binnen vijf jaar na inwerkingtreding een verslag van doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk wordt uitgebracht. Deze evaluatie is in 2021 uitgevoerd.

Op 14 december 2021 heeft mijn ambtsvoorganger de door adviesbureau Berenschot uitgevoerde evaluatie van de Wtms aan uw Kamer gestuurd (Kamerstuk 33 802, nr. 24). Met de aankondiging om in gesprek te gaan met het KNMI, weerbedrijven, EZK en vertegenwoordigers van veiligheidsregio’s en waterschappen om de aanbevelingen uit te werken tot gedragen beleidsvoornemens.

Berenschot concludeert dat het stelsel van de wet en de regeling op hoofdlijnen goed functioneert en dat gebruikers van de data, diensten en informatie tevreden zijn met de beschikbaarheid en kwaliteit daarvan. De zorgplichten zoals vastgelegd in de Wtms worden door het KNMI uitgevoerd en alles daarbuiten wordt zo veel mogelijk aan de markt overgelaten. Berenschot ziet vanuit de bevindingen geen aanleiding om het stelsel ter discussie te stellen. Berenschot adviseert enkele aanpassingen van de Wtms en Rtms om de uitvoeringspraktijk te verbeteren, publieke veiligheid beter te borgen en de verhouding tussen KNMI en markt te verbeteren.

Achtergrond Wtms

Het stelsel van de Wtms en Rtms is in 2016 ingevoerd na langdurige en zorgvuldige overweging van alle verschillende standpunten in het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu, het huidige Overlegorgaan Fysieke Leefomgeving (OFL). De achterliggende visie is dat:

  • de zorgplichten voor de Minister wettelijk worden vastgelegd;

  • het KNMI de wettelijke taken uitvoert zoals verzamelen van seismologische en meteorologische data, uitgeven van het algemeen weerbericht, waarschuwen van publiek en ondersteunen van bestuursorganen bij (dreigende) calamiteiten en maatschappij-ontwrichtend weer, leveren van luchtvaartmeteo en zorgen voor wetenschappelijk onderzoek;

  • het KNMI data open ter beschikking stelt voor hergebruik;

  • het uitgangspunt is dat bij de levering van operationele, weergerelateerde producten en diensten buiten de rijksoverheid in beginsel niet wordt getreden in de bestaande marktverhoudingen;

  • uitzonderingen zijn: waarschuwen bij gevaarlijk of maatschappij-ontwrichtend weer, gerichte verzoeken van in de veiligheidsregio’s samenwerkende partners in verband met de openbare orde en veiligheid, bij unieke kennis en wanneer de opdrachtgever uit de aard van zijn werkzaamheden geen gebruik kan maken van niet-ambtelijke opdrachtnemers (bijvoorbeeld bij vragen van de Onderzoeksraad voor Veiligheid of bij gerechtelijke procedures);

  • bestuursorganen verplicht en kosteloos data van KNMI afnemen bij verwacht of werkelijk maatschappij-ontwrichtend weer of calamiteiten waarbij het weer en belangrijke rol speelt (hierna gezamenlijk aangeduid als: calamiteiten) om te zorgen voor eenduidige berichtgeving («single tone of voice»);

  • diensten die verder niet vallen onder de verplichte afname door het KNMI tegen integrale kosten worden verleend;

  • de onafhankelijkheid van KNMI-onderzoek is geborgd.

Aanpassingen

Gezien deze voorgeschiedenis, het politieke speelveld en de bevindingen van Berenschot is er op dit moment geen aanleiding om het stelsel fundamenteel te herzien. Daarmee blijft achterliggende visie gehandhaafd. Op grond van de bevindingen van Berenschot en de gesprekken die de afgelopen tijd zijn gevoerd, ben ik voornemens de werkbaarheid en uitvoerbaarheid te actualiseren en verbeteren. Daarom worden de aanbevelingen van Berenschot op de volgende manier ingevuld:

  • 1. Geen fundamentele wijzigingen: er worden geen fundamentele wijzigingen doorgevoerd in het stelsel van de Wtms en de Rtms.

  • 2. Betere samenwerking: onder leiding van IenW worden structurele overleggen georganiseerd met KNMI en weerbedrijven. Daarnaast organiseert het KNMI met weerbedrijven een structureel overleg voor (operationele) afstemming.

  • 3. Dienstverlening voor bestuursorganen en waarschuwen:

    • a) Verhelderd wordt dat KNMI proactief en lokaal bestuursorganen kan waarschuwen als het extreem weer ziet aankomen.

    • b) KNMI krijgt de ruimte om ook buiten calamiteiten ondersteuning te leveren aan waterschappen zodat ze onder alle weersomstandigheden goed voorbereid zijn op calamiteiten. Onder normale omstandigheden worden integrale kosten volgens het kostprijs model berekend.

    • c) Ongewijzigd blijft dat dienstverlening aan provincies en gemeenten buiten tijden van calamiteiten niet door KNMI wordt gedaan.

    • d) Verhelderd wordt dat KNMI op zijn website en app het publiek binnen de huidige wettelijke weercodes lokaal mag waarschuwen om gerichter anticiperen door het publiek mogelijk te maken. Ook wordt in het kader van de ontwikkeling van het Early Warning Centre (EWC) over ca. 1,5 jaar de KNMI-app vernieuwd waarbij deze als publieke basisdienst onder normale omstandigheden ook vooruitkijkende radarbeelden zal bevatten.

  • 4. Informeren publiek over klimaat: het informeren van het algemeen publiek over de veranderingen van het klimaat een daarmee samenhangende risico’s wordt opgenomen als zorgtaak van de Minister in de Wtms.

  • 5. Borgen ruimteweer: regelgeving wordt niet aangepast, omdat de effecten en risico’s van ruimteweer vallen onder de definitie van geofysische terreinen zoals die in de Wtms en Rtms zijn benoemd.

  • 6. Meteo-opleiding: er is geen reden om het aanbieden van meteorologische opleidingen aan marktpartijen door het KNMI in de Wtms als zorgplicht van de Minister aan te merken.

  • 7. Seismologische basismeetnet: Om te zorgen voor een adequaat seismisch meetnetwerk passend bij het toekomstige gebruik van de ondergrond ten behoeve van de energietransitie, worden de mogelijkheden onderzocht om in de Wtms de zorgplicht voor een basis seismologisch meetnet op te nemen. In de Rtms zouden vervolgens de specificaties hiervoor kunnen worden vastgelegd.

Tot slot zijn er in de gevoerde gesprekken door weerbedrijven twee aanvullende punten ingebracht waar geen aanbevelingen over zijn gedaan door Berenschot.

  • Een aantal weerbedrijven is van mening dat voor de gladheidsbestrijding van Rijkswaterstaat meteodienstverlening door marktpartijen zou moeten worden uitgevoerd.

  • Ook voor meteorologische dienstverlening voor de luchtvaart is een aantal weerbedrijven van mening dat dit door marktpartijen zou moeten worden uitgevoerd.

Hierbij moet worden opgemerkt dat Rijkswaterstaat en het Directoraat-Generaal Luchtvaart en Maritieme zaken en het KNMI als rijkspartijen deel uit maken van dezelfde rechtspersoon: de Staat, en daarom kunnen kiezen of ze gebruik maken van het KNMI voor de invulling van hun taken. Er is geen juridische belemmering voor Rijkswaterstaat om de meteodienstverlening ten behoeve van gladheids-bestrijding door weerbedrijven te laten doen, maar op basis van een pilot is in 2014 gekozen voor de KNMI-dienstverlening omdat die beter aansloot bij de veranderde vraag van Rijkswaterstaat en vanwege de «single tone of voice» door gebruik van dezelfde basisinformatie.

Wat betreft de luchtvaartmeteorologie geldt dat de Minister namens de Nederlandse Staat eindverantwoordelijk is voor de luchtvaartveiligheid en meteodienstverlening is daar een cruciaal onderdeel van. De internationale regels en afspraken gaan uit van één door de Staat aangewezen luchtvaart-meteorologische dienstverlener. Daarnaast is de continuïteit en kwaliteit van de dienstverlening uit het oogpunt van veiligheid, efficiency/capaciteit en milieu, van uitzonderlijk groot belang. Er is geen aanleiding om deze dienstverlening naar marktpartijen over te hevelen, want dit levert onwenselijke risico’s op en bemoeilijkt internationale samenwerking.

Vervolg

Ik ben voornemens deze voorstellen voor wijzigingen in de Wtms en daaruit voortvloeiende aanpassingen in de Rtms door te voeren.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat, V.L.W.A. Heijnen