Ontvangen 14 januari 2016
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
Na artikel II wordt een artikel ingevoegd, luidende:
In de nota naar aanleiding van het verslag geeft de Minister in antwoord op vragen van D66 aan dat het de bedoeling is om deze wet vier jaar na inwerkingtreding daarvan te evalueren. Met dit amendement wordt deze evaluatie in de wet vastgelegd en de termijn waarbinnen deze evaluatie plaatsvindt gesteld op drie jaar. De Afdeling advisering van de Raad van State, de Raad voor de Rechtspraak en de Nederlandse Orde van Advocaten geven in hun adviezen aan dat het nut en de meerwaarde van het wetsvoorstel voor de rechterlijke praktijk nog niet voldoende bewezen zijn. Daarnaast wijzen deze adviezen op mogelijke nadelige effecten van de wetswijziging. Gezien deze overwegingen is het van belang dat de wetswijziging geëvalueerd zal worden. De door de regering toegezegde, maar niet wettelijk vastgelegde, evaluatie na vier jaar is daarvoor te ver weg en daarom stelt dit amendement een evaluatie binnen drie jaar voor. Hierbij is het de bedoeling dat de Minister de evaluatie twee jaar na inwerkingtreding van de wet start, waardoor de evaluatie dus twee jaar eerder plaatsvindt dan door de regering toegezegd.
Swinkels