Ontvangen 9 april 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In de beweegreden vervalt: , regels in te voeren inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing.
II
Artikel I, onderdeel N, vervalt.
Dit amendement strekt ertoe het voorgestelde artikel 24, vijfde lid, van de Warenwet, waar een verbod is opgenomen op het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing door tatoeëerders of piercers die zonder een benodigde vergunning hun werkzaamheden verrichten, uit het wetsvoorstel te schrappen.
Indien het amendement wordt aangenomen, vervalt in het opschrift van het wetsvoorstel: waaronder regels inzake het aanprijzen van het aanbrengen van een tatoeage of piercing.
Het is nu al verboden om tatoeages en piercings te zetten zonder vergunning. Indiener is, in navolging van het advies van de Raad van State, van mening dat onvoldoende duidelijk wordt gemaakt waarom door het verbod op aanprijzen het bedoelde toezicht wordt vereenvoudigd en efficiënter wordt gemaakt. Indiener wil met dit amendement voorkomen dat wettelijke mogelijkheden worden uitgebreid zonder dat dit bijdraagt aan de fundamentele oplossing van het voorliggende probleem. Om het ongewenste probleem van onhygiënisch geplaatste tatoeages en piercings aan te pakken dienen minder vergaande maatregelen bezien te worden waarmee de handhaving van het vergunningenstelsel kan worden verbeterd.
De Lange