Ontvangen 8 april 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel I, onderdeel T, wordt artikel 32b als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.
De indiener beoogt met dit amendement een voorhangprocedure op te nemen voor de algemene maatregel van bestuur waarin de bedragen van de op te leggen boetes per overtreding wordt vastgelegd.
Met het wetsvoorstel wordt het wettelijke plafond op boetes uit de Warenwet met een grote stap verhoogd, namelijk van 4.500 euro naar het bedrag van de vijfde boetecategorie van het Wetboek van Strafrecht (momenteel 81.000 euro). De indiener is het met de afdeling advisering van de Raad van State eens dat deze verhoging «niet op voorhand proportioneel» is. De indiener beoogt daarom met dit amendement te bewerkstelligen dat de Tweede Kamer inzicht houdt op hoe hoog de werkelijke boetebedragen uiteindelijk vastgesteld worden.
Bruins Slot