Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is te voorzien in de mogelijkheid voor de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten om vertrouwelijke gegevens of inlichtingen die zij verkregen hebben bij de vervulling van de hun ingevolge de Wet op het financieel toezicht opgedragen taak, te verstrekken aan de Algemene Rekenkamer bij de uitoefening van haar wettelijke taak op grond van artikel 91 van de Comptabiliteitswet 2001;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Na artikel 1:93c van de Wet op het financieel toezicht wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De toezichthouder verstrekt, in afwijking van artikel 1:89, eerste lid, vertrouwelijke gegevens of inlichtingen verkregen bij de vervulling van de hem ingevolge deze wet opgedragen taak, aan de Algemene Rekenkamer, voor zover de gegevens of inlichtingen naar het oordeel van de Algemene Rekenkamer noodzakelijk zijn voor de uitoefening van haar wettelijke taak op grond van artikel 91 van de Comptabiliteitswet 2001. Artikel 1:93, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.
2. De Algemene Rekenkamer is verplicht tot geheimhouding van de op grond van het eerste lid ontvangen vertrouwelijke gegevens of inlichtingen en kan die slechts openbaar maken indien deze niet herleid kunnen worden tot afzonderlijke personen.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De minister van Financiën,