Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene wet bestuursrecht en enkele wetten op het terrein van het belastingrecht te wijzigen teneinde het gebruik van mediation in het bestuursrecht te bevorderen;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Algemene wet bestuursrecht wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 2:4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
B
Na het opschrift van afdeling 7.2 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
C
Na artikel 7:3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. Het bestuursorgaan kan belanghebbenden in de gelegenheid stellen om deel te nemen aan mediation op basis van een mediationovereenkomst als bedoeld in artikel 424a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
2. Indien tot mediation wordt overgegaan, stelt het bestuursorgaan daarvan in ieder geval de belanghebbenden die bij de voorbereiding van het besluit hun zienswijze naar voren hebben gebracht op de hoogte.
3. Indien het bestuursorgaan een verzoek van een belanghebbende tot deelname aan mediation afwijst, deelt het dit onder vermelding van de redenen zo spoedig mogelijk aan de belanghebbende mede.
D
Artikel 7:10, vierde lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b vervalt: of.
2. Aan het slot van onderdeel c wordt de punt vervangen door: , of.
3. Er wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:
d. dit nodig is in verband met mediation op basis van een mediationovereenkomst als bedoeld in artikel 424a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
E
In het opschrift van afdeling 8.2.1a wordt «bepaling» vervangen door: bepalingen.
F
Onder vernummering van artikel 8:41a tot artikel 8:41b wordt in afdeling 8.2.1a een artikel ingevoegd, luidende:
1. De bestuursrechter onderzoekt met partijen of een rechtmatige minnelijke oplossing mogelijk is.
2. De bestuursrechter kan partijen in de gelegenheid stellen om deel te nemen aan mediation op basis van een mediationovereenkomst als bedoeld in artikel 424a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, indien hem dit gelet op de aard van het geschil geraden voorkomt.
In de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt vóór hoofdstuk V een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
In dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:
de belastingplichtige, de inhoudingsplichtige of de administratieplichtige;
een registermediator als bedoeld in artikel 1 van de Wet registermediator, die werkzaam is bij de rijksbelastingdienst;
mediation op basis van een mediationovereenkomst als bedoeld in artikel 424a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.
1. Onverminderd artikel 7:3a van de Algemene wet bestuursrecht kan de inspecteur de belanghebbende, al dan niet op diens gemotiveerde verzoek, op elk moment uitnodigen om deel te nemen aan mediation.
2. Aan de belanghebbende worden geen kosten in rekening gebracht voor de begeleiding door een interne registermediator.
3. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld.
In de Algemene douanewet wordt vóór hoofdstuk 8 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk IVC van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing bij mediation die betrekking heeft op de toepassing van de bepalingen gesteld bij of krachtens deze wet, met dien verstande dat daarbij onder belanghebbende wordt verstaan: eenieder jegens wie bepalingen van deze wet gelden.
In de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen wordt na artikel 12 een artikel ingevoegd, luidende:
Hoofdstuk IVC van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing bij mediation die betrekking heeft op de toepassing van de bepalingen gesteld bij of krachtens deze wet, met dien verstande dat:
a. daarbij onder belanghebbende wordt verstaan: eenieder jegens wie bepalingen van deze wet gelden;
b. voor inspecteur dient te worden gelezen: Belastingdienst/Toeslagen.
In artikel 30, eerste lid, van de Wet waardering onroerende zaken wordt «22j» vervangen door: 22h.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Veiligheid en Justitie,
De Minister van Financiën,