Ontvangen 13 januari 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel III, onderdeel A, komt artikel 22a, eerste lid, te luiden:
1. De rechter kan in elke stand van het geding onderzoeken of het aanhangige geschil met toepassing van mediation kan worden beslecht.
Dit amendement geeft de burgerlijke rechter dezelfde vrijheid als de bestuursrechter in het in het wetsvoorstel over mediation in het bestuursrecht (33 727) voorgestelde artikel 8:41a van de Algemene wet bestuursrecht.
Hiermee wordt wettelijk vastgelegd dat de burgerlijke rechter de ruimte heeft om partijen voor te stellen mediation te proberen als dat de rechter geraden voorkomt. De rechter kan bijvoorbeeld met partijen overleg voeren over de mogelijkheid van mediation of zelf daartoe voorstellen doen. Volgens de indiener kan zo op een laagdrempeligere manier hetzelfde effect worden bereikt als met onderhavig wetsvoorstel wordt beoogd. De burgerlijke rechter wordt nog steeds aangespoord om bij elk geschil mediation bespreekbaar te maken en partijen te verleiden om hiertoe over te gaan.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door het eerste lid van artikel 22a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan te passen.
Van Nispen