Ontvangen 8 januari 2015
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
In artikel III, onderdeel A, komt artikel 22a, eerste lid, te luiden:
1. De rechter kan in elke stand van het geding onderzoeken of er aanleiding is om te trachten het aanhangige geschil met toepassing van mediation op te lossen, daartoe met partijen overleg te voeren of voorstellen te doen.
Dit amendement geeft de burgerlijke rechter dezelfde vrijheid als de bestuursrechter in het in het wetsvoorstel over mediation in het bestuursrecht (33 727) voorgestelde artikel 8:41a van de Algemene wet bestuursrecht.
De burgerlijke rechter krijgt hiermee de ruimte om partijen in de gelegenheid te stellen om mediation te proberen als dat de rechter geraden voorkomt. Volgens de indiener kan zo op een laagdrempeligere manier hetzelfde effect worden bereikt als met onderhavig wetsvoorstel wordt beoogd. De burgerlijke rechter wordt nog steeds aangespoord om bij elk geschil mediation bespreekbaar te maken en partijen te verleiden om hiertoe over te gaan.
Wetstechnisch is dit amendement vormgegeven door het eerste lid van artikel 22a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering aan te passen.
Van Nispen