Voorgesteld 6 maart 2014
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat het interim-rapport van de commissie-Van Dijkhuizen laat zien dat het op dit moment voor de minstverdienende partner nauwelijks loont om meer te gaan werken en er in sommige gevallen bij meer uren werk zelfs sprake kan zijn van een inkomensachteruitgang;
overwegende dat werken moet lonen;
verzoekt de regering, in de kabinetsreactie op het rapport van de commissie-Van Dijkhuizen concrete voorstellen te doen die erop gericht zijn om meer uren werken voor de minstverdienende partner veel meer lonend te maken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Van Weyenberg
Tellegen