Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het tarief voor kortdurend parkeren van voertuigen in voor een ieder toegankelijke parkeergelegenheden die door private ondernemingen worden geëxploiteerd, vast te stellen per minuut;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1. Het tarief voor het parkeren van een voertuig in een voor een ieder toegankelijke parkeergelegenheid, gedurende een aaneengesloten periode van ten hoogste vier uur, wordt indien het verschuldigde bedrag afhankelijk is van de gerealiseerde parkeerduur per keer, per minuut vastgesteld.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien ingevolge artikel 225, eerste lid, van de Gemeentewet, een belasting ter zake van het parkeren verschuldigd is.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,