Ontvangen 21 oktober 2013
De ondergetekende stelt het volgende amendement voor:
I
In artikel I, onderdeel J, wordt in artikel 3.9, tweede lid, na «slechts één ouder heeft» ingevoegd: of artikel 3.14 toepassing heeft gevonden.
II
Artikel I, onderdeel N, vervalt.
III
Artikel I, onderdeel AK, komt te luiden:
AK
In artikel 11.5, tweede lid, vervalt onderdeel e.
IV
Artikel I, onderdeel AL, wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef wordt «drie» vervangen door: twee.
2. Artikel 12.1cd vervalt.
Dit amendement regelt dat de regeling voor weigerachtige of onvindbare ouders behouden blijft. Hierdoor kan een studerende ingeval sprake is van een langdurig ernstig verstoorde verhouding tussen hem en zijn ouder(s) of onvindbaarheid van de ouder(s), vooralsnog – op aanvraag – de aan hem toegekende aanvullende lening laten verstrekken in de vorm van een aanvullende beurs.
Deze studenten moeten niet worden bestraft om het feit dat zij door toedoen van de ouder(s) geen aanspraak kunnen maken op de veronderstelde ouderlijke bijdrage in de studiekosten.
Jasper van Dijk