Wij Willem Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is dat in plaats van de gemeenten de bevoegde gezagsorganen in het primair onderwijs de verantwoordelijkheid dragen en de bekostiging ontvangen voor het buitenonderhoud van en voor aanpassingen aan schoolgebouwen; dat in verband hiermee de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES dienen te worden gewijzigd;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Wet op het primair onderwijs wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 92, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt.
2. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.
B
Artikel 114, onderdeel a, komt te luiden:
a. onderhoud van en aanpassingen aan het gebouw en het terrein,.
C
Na artikel 194 worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister stelt regels van tijdelijke aard vast die de invoering van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) vergemakkelijken, door het verstrekken van aanvullende bekostiging aan bevoegde gezagsorganen die in ieder geval voldoen aan de volgende eisen:
a. het bevoegd gezag ontvangt een in de ministeriële regeling te bepalen maximum aan bekostiging als bedoeld in artikel 134, eerste lid, van deze wet, en
b. het onder het bevoegd gezag ressorterende hoofdgebouw van een school of nevenvestiging is gebouwd in een bij ministeriële regeling te bepalen tijdvak of één of meer van de onder het bevoegd gezag ressorterende hoofdgebouwen van scholen of nevenvestigingen is of zijn gebouwd in een bij ministeriële regeling te bepalen tijdvak.
2. De hoogte van het bedrag van de aanvullende bekostiging wordt per leerling vastgesteld.
3. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari van het vierde jaar na de datum van inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx).
Op geschillen die in bezwaar, beroep of hoger beroep aanhangig zijn of binnen de bezwaar- dan wel beroepstermijn dan wel verschoonbaar daarbuiten aanhangig worden gemaakt tegen besluiten van de gemeente inzake bouwkundige aanpassingen die zijn genomen voor de inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) op grond van bepalingen bij of krachtens hoofdstuk I, titel IV, afdeling 3, van deze wet, zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel I van die wet, blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing. De eerste volzin is hangende het bezwaar, beroep of hoger beroep van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de aldaar bedoelde geschillen hebben geleid.
1. Aanvragen als bedoeld in artikel 94 van deze wet, voor zover betreft voorzieningen als bedoeld in artikel 92, eerste lid, onderdeel b, van deze wet zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx), die worden ingediend na de inwerkingtreding van artikel I van die wet, blijven buiten behandeling.
2. Het programma huisvestingsvoorzieningen dat op grond van artikel 95 van deze wet is vastgesteld voor het jaar waarin artikel I van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) in werking treedt, vervalt voor zover het betreft voorzieningen als bedoeld in artikel 92, eerste lid, onderdeel b, van deze wet zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel I van die wet.
3. De programma’s huisvestingsvoorzieningen die op grond van artikel 95 van deze wet zijn vastgesteld voor de jaren voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel I van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) worden volledig uitgevoerd.
De Wet op de expertisecentra wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 90, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt.
2. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.
B
Artikel 112, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. onderhoud van en aanpassingen aan het gebouw en het terrein,.
C
Het kopje «Titel VIa. Overgangs- en invoeringsbepalingen» vervalt.
D
Artikel 173a wordt vernummerd tot artikel 178a.
E
Na artikel 178a worden drie artikelen ingevoegd, luidende:
1. Onze Minister stelt regels van tijdelijke aard vast die de invoering van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) vergemakkelijken, door het verstrekken van aanvullende bekostiging aan bevoegde gezagsorganen die in ieder geval voldoen aan de volgende eisen:
a. het bevoegd gezag ontvangt een in de ministeriële regeling te bepalenmaximum aan bekostiging als bedoeld in artikel 128, eerste lid, van deze wet, en
b. het onder het bevoegd gezag ressorterende hoofdgebouw van een school of één of meer van de onder het bevoegd gezag ressorterende hoofdgebouwen van de scholen zijn gebouwd in een bij ministeriële regeling te bepalen tijdvak.
2. De hoogte van het bedrag van de aanvullende bekostiging wordt per leerling vastgesteld.
3. Dit artikel vervalt met ingang van 1 januari van het vierde jaar na de datum van inwerkingtreding van artikel II van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx).
Op geschillen die in bezwaar, beroep of hoger beroep aanhangig zijn of binnen de bezwaar- dan wel beroepstermijn dan wel verschoonbaar daarbuiten aanhangig worden gemaakt tegen besluiten van de gemeente inzake bouwkundige aanpassingen die zijn genomen voor de inwerkingtreding van artikel II van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) op grond van bepalingen bij of krachtens titel IV, afdeling 3, van deze wet zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel II van die wet, blijven de op die datum geldende regelingen van toepassing. De eerste volzin is hangende het bezwaar, beroep of hoger beroep van overeenkomstige toepassing op de bevoegdheid tot het intrekken en vervangen van besluiten die tot de aldaar bedoelde geschillen hebben geleid.
1. Aanvragen als bedoeld in artikel 92 van deze wet, voor zover betreft voorzieningen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, onderdeel b, van deze wet zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel II, van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx), die worden ingediend na de inwerkingtreding van artikel II van die wet, blijven buiten behandeling.
2. Het programma huisvestingsvoorzieningen dat op grond van artikel 93 van deze wet is vastgesteld voor het jaar waarin artikel II van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) in werking treedt, vervalt voor zover het betreft voorzieningen als bedoeld in artikel 90, eerste lid, onderdeel b, van deze wet, zoals luidend op de dag voor de inwerkingtreding van artikel II van die wet.
3. De programma’s huisvestingsvoorzieningen die op grond van artikel 93 van deze wet zijn vastgesteld voor de jaren voorafgaand aan de inwerkingtreding van artikel II van de Wet van xxx houdende wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES in verband met de overheveling van taak en budget voor aanpassingen in onderwijshuisvesting van gemeente naar school (Stb. xxx) worden volledig uitgevoerd.
De Wet primair onderwijs BES wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 79, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:
1. Onderdeel b vervalt.
2. Onderdeel c wordt verletterd tot onderdeel b.
B
Artikel 97, eerste lid, onderdeel a, komt te luiden:
a. onderhoud van en aanpassingen aan het gebouw en het terrein,.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,