Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 24 januari 2018
Bij koninklijke boodschap van 17 juni 2013 is het voorstel van wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs, de Wet voortgezet onderwijs BES, de Wet college voor toetsen en examens alsmede de Wet op de expertisecentra in verband met onder meer de invoering in het voortgezet onderwijs van een leerlingvolgsysteem, een diagnostische tussentijdse toets en verplichte deelname aan internationaal vergelijkend onderzoek (leerlingvolgsysteem en diagnostische tussentijdse toets voortgezet onderwijs) aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden (Kamerstuk 33 661). Dit voorstel strekt ertoe scholen te verplichten om in de onderbouw van het voortgezet onderwijs een leerlingvolgsysteem te gebruiken dat de vorderingen van de leerlingen meet in de vakken Nederlands, Engels en wiskunde/rekenen en om aan het eind van de onderbouw een diagnostische tussentijdse toets af te nemen bij alle leerlingen. Daarnaast verplicht het wetsvoorstel scholen om informatie te verstrekken bij internationale onderzoeken.
In het regeerakkoord van het kabinet-Rutte III is opgenomen dat «de wettelijke basis voor het verplicht afnemen van een Diagnostische Tussentijdse Toets in het voortgezet onderwijs zal worden geschrapt». Die wettelijke basis zou met onderhavig wetsvoorstel gecreëerd worden. Het gebruik van leerlingvolgsystemen door scholen voor voortgezet onderwijs is sinds 2013 fors gestegen. Inmiddels heeft 92% van de scholen een dergelijk systeem en 88% gebruikt het voldoende tot goed. Een wettelijke verplichting op dit punt (en de daarmee gepaard gaande toename van de administratieve lasten) is niet langer nodig. De deelname van scholen aan internationale vergelijkingsonderzoeken kan ook op andere manieren worden gestimuleerd dan met een wettelijke verplichting.
Daartoe gemachtigd door de Koning trek ik het voorstel van wet daarom hierbij in.
De Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media, A. Slob