Kamerstuk 33659-14

Amendement van de leden Schouw en Van Raak dat regelt dat dat de openbare lichamen die bevoegd worden tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor het openbaar vervoer een sterke democratische basis hebben

Dossier: Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen en enkele andere wetten in verband met de afschaffing van de plusregio’s

Gepubliceerd: 1 juli 2014
Indiener(s): Ronald van Raak , Gerard Schouw (D66)
Onderwerpen: bestuur organisatie en beleid
Bron: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33659-14.html
ID: 33659-14

36,7 %
63,3 %

CDA

PvdD

GL

SP

PVV

50PLUS/Klein

PvdA

50PLUS/Baay-Timmerman

VVD

Van Vliet

SGP

GrBvK

CU

D66


Nr. 14 AMENDEMENT VAN DE LEDEN SCHOUW EN VAN RAAK

Ontvangen 1 juli 2014

De ondergetekenden stellen het volgende amendement voor:

In artikel X, onderdeel C, wordt in artikel 20, derde lid, de zinsnede «bij gemeenschappelijke regeling ingesteld openbaar lichaam» vervangen door: openbaar lichaam met een door middel van rechtstreekse verkiezingen verkozen volksvertegenwoordiging.

Toelichting

Dit amendement regelt dat de openbare lichamen die bevoegd worden tot het verlenen, wijzigen of intrekken van concessies voor het openbaar vervoer een sterke democratische basis hebben. Voor het aanwijzen van het dagelijks bestuur van een openbaar lichaam is niet langer vereist dat het openbaar lichaam is ingesteld bij gemeenschappelijke regeling, maar dat het vertegenwoordigend orgaan van dat lichaam gekozen is op basis van algemene en directe verkiezingen. Daarmee kan zowel een gemeente worden aanwezen als een openbaar lichaam ingesteld bij gemeenschappelijke regeling mits die aan de gestelde voorwaarde voldoet. Op dit moment voldoet van deze twee alleen de gemeente aan die voorwaarde. Hiermee wordt voorkomen dat beslissingsbevoegdheid en financiële middelen buiten directe democratische controle raken. De hoofdstructuur van Rijk, provincie en gemeente dient immers het uitgangspunt te zijn. Wanneer dat niet mogelijk is, hoort de hulpstructuur goed democratisch ingekaderd te zijn om de overdracht van bevoegdheden en middelen te rechtvaardigen. Door de voorwaarde voor het aanwijzen per algemene maatregel van bestuur daarop inhoudelijk vorm te geven (in plaats van het puur procedurele «bij gemeenschappelijke regeling ingestelde»-criterium) wordt daaraan bijgedragen.

Schouw Van Raak