Ontvangen 7 oktober 2013
De regering constateert dat de leden van de VVD-fractie, de PvdA-fractie en de fractie van het CDA met belangstelling hebben kennisgenomen van het wetsvoorstel. De vragen die zijn gesteld over het voorstel voorzie ik graag van een reactie.
Antwoorden op vragen en opmerkingen van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie merken op dat niet enkel de kaderwetten van de voormalige Ministeries van Economische Zaken (EZ) en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) worden geïntegreerd, maar dat ook de integratie van de onderliggende regelgeving zal worden bezien. De leden van de VVD-fractie vragen naar het tijdpad voor de integratie van de onderliggende regelgeving en of er in deze periode eventuele leemtes ontstaan. Ook wensen deze leden te vernemen hoe de Kamer geïnformeerd wordt over de integratie van de onderliggende regelgeving.
De bedoeling is in de nieuwe subsidiestructuur voor het Ministerie van Economische Zaken een expliciete scheiding aan te brengen tussen nationale en Europese subsidieregelingen. Subsidies die rechtstreeks op Europese regelgeving zijn gebaseerd of Europese (co)financiering kennen, worden opgenomen in de Regeling Europese EZ-subsidies. Subsidies met uitsluitend een nationaal karakter worden opgenomen in de Regeling nationale EZ-subsidies. Het nieuwe Kaderbesluit EZ-subsidies heeft een nationaal karakter en is dus niet van toepassing op de Regeling Europese EZ-subsidies (die onder het Europese subsidiekader vallen). Jaarlijks zal één regeling worden gepubliceerd waarin de openstellingen en de subsidieplafonds van zowel nationale als Europese subsidies bekend worden gemaakt.
De keuze voor een aparte regeling Europese EZ-subsidies biedt de mogelijkheid veranderingen in de betrokken Europese regelgeving voortvarend en herkenbaar te verwerken. Bijkomend voordeel is dat het voor betrokkenen eenvoudiger is de herkomst van een bepaalde subsidie te achterhalen en daarmee ook te zien welk regime van toepassing is. Hierbij kan gedacht worden aan de toepasselijkheid van Verordening (EG) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen (PbEG 1995, L 312).
Niet alle subsidies met een Europese oorsprong worden opgenomen in de Regeling Europese EZ-subsidies. Subsidies die voortvloeien uit het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) zijn maar voor een klein deel subsidies van EZ en worden decentraal uitgevoerd. Een zelfstandig kader daarvoor is neergelegd in een ander wetsvoorstel dat momenteel aanhangig is bij uw Kamer (Kamerstuk 33 735).
Schematisch kan de beoogde situatie als volgt worden weergegeven:
Inhoudelijk blijven deze gevolgen van de herschikking van het EZ-subsidiestelsel beperkt. De door te voeren wijzigingen hebben voornamelijk betrekking op het harmoniseren van gebruikte begrippen en te hanteren procedures. Als de herschikking leidt tot inhoudelijke wijzigingen dan worden deze in de subsidieregeling nader toegelicht en zullen ze enkel van toepassing zijn op nieuwe nog te verlenen subsidies.
Leemtes zullen niet ontstaan als gevolg van de samenvoeging. Subsidies die conform het oude kader worden verstrekt, worden gerespecteerd en conform de regels die toen golden afgewikkeld. Dit zal door middel van overgangsrecht worden geborgd. De integratie van de subsidiestelsels heeft geen inhoudelijke gevolgen voor lopende subsidieregelingen.
Indien het wetsvoorstel tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies door uw Kamer en de Eerste Kamer wordt aanvaard, zal een voornamelijk technische aanpassing van het Kaderbesluit EZ-subsidies aan de Afdeling advisering van de Raad van State worden aangeboden. De verwachting is dat deze aanpassing met inachtneming van het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten op 1 juli 2014 in werking kan treden. Op dat moment zullen ook de bestaande ministeriële regelingen worden vervangen door het nieuwe kader, zoals hierboven geschetst. Van de gelegenheid zal daarbij gebruik worden gemaakt om vele in onbruik geraakte instrumenten te schrappen zodat een helder overzicht ontstaat van de instrumenten waarvan de verwachting is dat ze in de nabije toekomst worden ingezet.
Indien van de hierboven beschreven uitgangspunten wordt afgeweken zal ik de Kamer hierover schriftelijk informeren.
Antwoorden op vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie willen weten waarom de subsidiekaderwetten nu pas worden samengevoegd en waarom de Wet van 22 december 2011 tot aanpassing van een aantal wetten op het terrein van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie naar aanleiding van de departementale herindeling en het herstel van enkele wetstechnische gebreken en leemten (Verzamelwet) sneller tot stand is gekomen.
In de memorie van toelichting is uiteengezet dat twee reorganisaties de aanleiding vormen voor het wetsvoorstel. Om tot één kaderwet te komen moesten wel zorgvuldige keuzes gemaakt worden over de opzet, temeer omdat in de afgelopen jaren vele subsidie-instrumenten in onbruik zijn geraakt. Dit proces heeft inderdaad langer geduurd dan de wet van 22 december 2011. Het hebben van twee kaderwetten, op basis waarvan subsidies kunnen worden verstrekt, heeft het goed blijven functioneren van het subsidie-instrumentarium niet in de weg gestaan.
De leden van de PvdA-fractie vragen voorts hoe wordt omgegaan met subsidies die in tranches worden toegekend, of waarbij toekenning in het verleden plaatsvond, maar uitbetaling in het heden of de toekomst, zoals die op basis van het Besluit stimulering duurzame energieproductie (SDE) zijn verleend.
Het wetsvoorstel tast de status van reeds verleende subsidies niet aan. Dat geldt ook voor subsidies die in tranches worden toegekend. Hierbij merk ik op dat de SDE is gebaseerd op de Kaderwet EZ-subsidies en dat deze wet met dit wetsvoorstel wordt gewijzigd, maar niet ingetrokken. Voor subsidieontvangers wijzigt er inhoudelijk niets. De regelgeving zal na aanvaarding van het wetsvoorstel en de integratie van de onderliggende regelgeving wel eenvoudiger zijn om mee te werken. Dit is in het belang van alle gebruikers van deze regelgeving.
Antwoorden op vragen en opmerkingen van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie vragen of veranderingen worden aangebracht in de verantwoording van de subsidies.
In het wetsvoorstel worden geen veranderingen aangebracht in de verantwoording van subsidies. Het Kaderbesluit EZ-subsidies en de subsidieregelingen worden nog wel in overeenstemming gebracht met het Raamwerk voor uitvoering van subsidies (RUS). 1
De leden van de CDA-fractie hebben voorts gevraagd welke efficiëntie wordt bereikt en of de wijzigingen resulteren in een vermindering van het aantal mensen dat bezig is met de uitvoering van het doorvoeren van deze kaderwet.
Er wordt gewerkt aan een nieuw geïntegreerd subsidiekader waarin verschillen tussen het voormalige Ministerie van EZ en voormalige Ministerie van LNV worden weggenomen. Dit vereenvoudigt de uitvoering en is behulpzaam voor het inzicht van de subsidieontvanger in de verschillende subsidies die worden verstrekt. Vanaf 1 januari 2014 wordt de uitvoering van subsidieregelingen, nu belegd bij Agentschap NL en Dienst Regelingen, ondergebracht in een nieuw te vormen agentschap. Van deze samenvoeging worden op termijn synergievoordelen in de uitvoering verwacht.
De leden van de CDA-fractie hebben voorts gevraagd naar de termijn waarbinnen de operatie is afgerond en de wijze waarop de Kamer wordt geïnformeerd.
De verwachting is dat het integratieproces op 1 juli 2014 gereed is. Ik verwijs verder naar het antwoord dat is gegeven op vragen van de leden van de VVD-fractie.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp