Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de samenvoeging van de voormalige ministeries van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Economische Zaken het wenselijk maakt dat de bestaande kaderwetten voor de verstrekking van subsidies van deze voormalige ministeries worden geïntegreerd, en dat de overgang per 5 november 2012 van het beleidsterrein van internationale handel van het ministerie van Economische Zaken naar het ministerie van Buitenlandse Zaken dient te leiden tot aanpassing van de subsidiekaderwetten van beide ministeries;
Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
De Kaderwet EZ-subsidies wordt als volgt gewijzigd:
A
In artikel 1 wordt «Onze Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: Onze Minister van Economische Zaken.
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onze Minister kan subsidies verstrekken voor activiteiten die passen in het beleid inzake:
a. bosbouw;
b. dierenwelzijn;
c. energie en duurzaamheid;
d. innovatie;
e. landbouw en landbouwonderwijs;
f. mededinging;
g. natuur;
h. ondernemerschap;
i. openluchtrecreatie;
j. post;
k. regionale ontwikkeling;
l. telecommunicatie;
m. visserij;
n. voedselveiligheid.
2. In het tweede lid wordt «het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie» vervangen door: het Ministerie van Economische Zaken.
3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
3. Het eerste lid is niet van toepassing op landbouwonderwijs voor zover Onze Minister subsidie voor landbouwonderwijs en onderzoek op één van de terreinen, genoemd in het eerste lid, kan verstrekken bij of krachtens een andere wet.
C
Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Onverminderd hoofdstuk 3 van de Financiële-verhoudingswet kunnen bij of krachtens algemene maatregel van bestuur of bij regeling van Onze Minister de activiteiten waarvoor subsidie kan worden verstrekt, nader worden bepaald alsmede andere criteria voor die verstrekking worden vastgesteld.
2. Aan het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
h. het verslag over de doeltreffendheid en de effecten van de subsidie in de praktijk, bedoeld in artikel 4:24 van de Algemene wet bestuursrecht.
D
Artikel 5 komt te luiden:
E
Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:
1. Voor zover subsidieverstrekking in strijd zou zijn met ingevolge een verdrag voor de Staat geldende verplichtingen, kan Onze Minister:
a. subsidieverstrekking weigeren;
b. een subsidie lager vaststellen dan overeenkomstig de subsidieverlening;
c. een subsidieverlening of subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de ontvanger wijzigen.
F
Artikel 8 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
1. Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze wet zijn belast de bij besluit van Onze Minister aangewezen personen.
2. Het tweede lid vervalt, onder vernummering van het derde en vierde lid tot tweede en derde lid.
G
Artikel 11 komt te luiden:
1. Na de inwerkingtreding van de wet van tot wijziging van .......... de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. ...., ...) berusten de op grond van artikel 4 van de Kaderwet LNV-subsidies vastgestelde ministeriële regelingen op artikel 3 van deze wet.
2. Het bij of krachtens de Kaderwet LNV-subsidies bepaalde blijft van toepassing op subsidies die voor de inwerkingtreding van de wet van .......... tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. ...., ...) zijn verstrekt.
De Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken, wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1 komt te luiden:
B
Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In de aanhef vervalt: dan wel Onze Ministers kunnen.
2. Onderdeel e komt te luiden:
e. het behartigen van sociale, culturele en economische belangen in het buitenland;.
3. In onderdeel h wordt « en» vervangen door een puntkomma.
4. Onderdeel i wordt geletterd onderdeel j.
5. Er wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
i. het bevorderen van de internationale economische betrekkingen en
C
In artikel 4, tweede lid, vervalt: dan wel namens Onze Ministers.
D
In de artikelen 5, eerste lid, en 6, eerste lid, vervalt telkens: dan wel Onze Ministers.
E
In artikel 5, vierde lid, vervalt: dan wel Onze Ministers kunnen.
F
Na artikel 6 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
1. De op grond van artikel 3 in samenhang met artikel 2, eerste lid, onder e, van de Kaderwet EZ-subsidies, zoals deze luidde voor inwerkingtreding van de wet van .......... tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. ...., ...), vastgestelde ministeriële regelingen, berusten op artikel 3, eerste lid, van deze wet.
2. Het bij of krachtens de Kaderwet EZ-subsidies bepaalde blijft van toepassing op subsidies die zijn verstrekt krachtens artikel 3 in samenhang met artikel 2, eerste lid, onder e, van die wet, zoals deze luidde voor inwerkingtreding van de wet van .......... tot wijziging van de Kaderwet EZ-subsidies (aanpassing aan de samenvoeging van de voormalige ministeries van Economische Zaken en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) (Stb. ...., ...).
De Kaderwet LNV-subsidies wordt ingetrokken.
In de opsomming van artikel 4 van bijlage 2 bij de Algemene wet bestuursrecht vervalt «Kaderwet LNV-subsidies».
In artikel 69 van de Meststoffenwet wordt «de Kaderwet LNV-subsidies» vervangen door: de Kaderwet EZ-subsidies.
Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.
Gegeven
De Minister van Economische Zaken,