Ontvangen 13 september 2013
Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:
A
Het in artikel I, onderdeel G, voorgestelde artikel 10, derde lid, komt te luiden:
3. Onze Minister of Onze Minister van Infrastructuur en Milieu kan geen besluiten vernietigen op het gebied van energie, post, telecommunicatie en vervoer die de Autoriteit Consument en Markt neemt op grond van het bepaalde bij of krachtens een voor een specifieke marktsector geldende wet. Artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen is op die besluiten niet van toepassing.
B
In het in artikel I, onderdeel H, voorgestelde artikel 12f, tweede lid, onderdeel c, wordt na «berust» ingevoegd: en het doel waartoe is binnengetreden.
C
Het in artikel I, onderdeel Ha, voorgestelde artikel 44c komt te luiden:
Artikel 44c
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 april 2013 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Kamerstukken 33 622) tot wet is verheven en artikel XI, onderdeel AA, van die wet in werking is getreden, blijft artikel 62 van de Mededingingswet, zoals dat luidde onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van genoemd artikel XI, onderdeel AA, van toepassing of van overeenkomstige toepassing op beschikkingen van de Autoriteit Consument en Markt tot oplegging van een bestuurlijke boete voor overtredingen ter zake waarvan voor de inwerkingtreding van artikel 12k van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt.
D
Het in artikel I, onderdeel Ha, voorgestelde artikel 44f komt te luiden:
Artikel 44f
Indien het bij koninklijke boodschap van 26 april 2013 ingediende voorstel van wet tot wijziging van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de Autoriteit Consument en Markt te houden markttoezicht (Kamerstukken 33 622) tot wet is verheven en de artikelen XI, onderdeel Q, onderscheidenlijk XIV, onderdeel U, van die wet in werking zijn getreden, blijven de artikelen 63 van de Mededingingswet onderscheidenlijk 15.12 van de Telecommunicatiewet, zoals die luidden onmiddellijk voor het tijdstip van inwerkingtreding van de genoemde artikelen XI, onderdeel Q, onderscheidenlijk XIV, onderdeel U, van toepassing of overeenkomstige toepassing op beschikkingen van de Autoriteit Consument en Markt tot oplegging van een bestuurlijke boete voor overtredingen ter zake waarvan voor de inwerkingtreding van artikel 12p van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt een rapport als bedoeld in artikel 5:48, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht is opgemaakt.
E
Na artikel I, onderdeel I, wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
J
In het opschrift van hoofdstuk 5 wordt «HOOFSTUK» vervangen door: HOOFDSTUK.
F
Artikel XI wordt gewijzigd als volgt:
1. In onderdeel Q wordt «82a» vervangen door: 82a, 82b.
2. Na onderdeel R wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:
Ra
In artikel 48 wordt «algemene maatregel van bestuur» vervangen door: ministeriële regeling.
I. Algemeen
Met deze nota van wijziging worden enkele technische verbeteringen in het wetsvoorstel aangebracht.
II. Artikelen
Onderdeel A
Artikel 10, eerste lid, van de Instellingswet Autoriteit Consument en Markt bevat een beperkt vernietigingsrecht met betrekking tot bepaalde besluiten van de Autoriteit Consument en Markt (ACM). Het gaat om het ultra vires vernietigingsrecht met betrekking tot besluiten van algemene strekking van de ACM. Het is een regeling die afwijkt van het volledige vernietigingsrecht van artikel 22, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Het in het wetsvoorstel voorziene derde lid van artikel 10 beoogt te voorzien in een verdere inperking van het vernietigingsrecht van het eerste lid van artikel 10: het is niet van toepassing op besluiten op het gebied van energie, post, telecommunicatie en vervoer die de ACM neemt op basis van een sectorspecifieke wet. Door de huidige redactie van het voorgestelde derde lid van artikel 10 kan dat derde lid echter zo worden gelezen dat niet alleen het vernietigingsrecht van het eerste lid, maar ook de afwijking van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zoals geregeld in dat eerste lid, niet van toepassing is voor de genoemde sectorspecifieke besluiten van algemene strekking van de ACM. Dat zou er dan voor die groep besluiten toe leiden dat het vernietigingsrecht van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen weer onverkort van toepassing is. Omdat dat uiteraard niet de bedoeling is, is de redactie van het derde lid aangepast.
Onderdeel B
Dit onderdeel voorziet in een technische verbetering van het voorgestelde artikel 12f van de Instellingswet ACM dat regelt dat van het binnentreden van een woning zonder toestemming van de bewoner steeds verslag moet worden opgemaakt en op welke wijze.
Onderdelen C en D
De huidige tekst van de voorgestelde overgangsrechtelijke artikelen 44c en 44f van de Instellingswet ACM spreekt van «deze wet». Beoogd werd daarmee te verwijzen naar de wet tot wijziging van de Instellingswet ACM en enige andere wetten in verband met de stroomlijning van het door de ACM te houden markttoezicht (Stroomlijningswet) en dus naar wetsartikelen zoals voorgesteld in het onderhavige wetsvoorstel. Omdat beide artikelen echter een plaats krijgen in de Instellingswet ACM wordt met de zinsnede abusievelijk niet naar de Stroomlijningswet verwezen, maar naar de Instellingswet ACM. De beide onderdelen strekken ertoe de redactie van de twee bepalingen zo aan te passen dat nu wel naar de Stroomlijningswet wordt verwezen.
Onderdeel E
Dit onderdeel strekt ertoe een typefout in het opschrift van hoofdstuk 5 van de Instellingswet ACM te herstellen.
Onderdeel F
In verband met de in het wetsvoorstel voorziene openbaarmakingsregeling (voorgestelde artikelen 12u tot en met 12w van de Instellingswet ACM) kan artikel 82b van de Mededingingswet vervallen. Dit was abusievelijk nog niet in het wetsvoorstel opgenomen. Het onderdeel voorziet er bovendien in dat in artikel 48 van de Mededingingswet «algemene maatregel van bestuur» wordt vervangen door «ministeriële regeling». Het wetsvoorstel voorzag daar reeds in voor de artikelen 35 en 42 van de Mededingingswet. Voor artikel 48 ligt eenzelfde wijziging voor de hand.
De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp